dien "pelgrim, moede en
grijs," eerst recht midden in de edelaardig-romantische ballade zijn
aangeland, hetgeen dan ook onafwendbaar was, want zooals de
middeleeuwsche dichter ons door zijn van leven-blakende realistische
beschrijvingen langzaam voerde naar zijne oplossing, puur-menschelijk in
het kader van zijn tijd, en ons den man niet spaarde, die zijn lief in
den steek laat; de verlaten vrouw niet, die van ontucht leven moet; en
over al dat aardsche de heerlijkheid van het wonder en Beatrijs'
visioenen liet stralen; zoo moesten wij ook wel na het vage sprookje
van Boutens, en na in plaats van den mensch Beatrijs de
kinderlijk-pure en heilige Beatrijs te hebben gevonden, belanden bij
den vromen, grijzen en moeden pelgrim van alle edelaardig-romantische
ballades. Dat ten slotte Boutens' Beatrijs, ongelijk de middeleeuwsche,
geen kinderen heeft, is dan ook volkomen in den haak: niet alleen reeds
dat rechtgeaarde ballade-minnaressen nooit kinderen krijgen, maar ik ben
er zeker van, dat ook het decadent moderne vrouwtje, 't geen zooals ik
reeds opmerkte, Beatrijs ook is, en dat uit des dichters ziel in haar
figuur is overgefladderd, tegen kinderen-krijgen ernstig bezwaar zou
hebben gehad!...--Maar, zal ongetwijfeld menigeen zeggen: is het feit,
dat dit verhaal ex voto is geschreven en aan "Charlie en Elsje"
opgedragen, niet voldoende verklaring en--zoo ge die noodig mocht
achten--verontschuldiging voor zijn gemis aan werkelijkheidszin; voor
zijn gebrek aan menschelijkheid; voor zijn ontstentenis van bijna
alles waarin de middeleeuwsche dichter zoozeer heeft uitgemunt; voor,
ten slotte: zijn herabwuerdigung van het mirakelverhaal tot een
sprookje?--Daarop behoort dan echter m.i. met de meeste beslistheid
een ontkennend antwoord te worden gegeven. Men houde niet wat slechts
gevolg is voor oorzaak. Niet omdat hij kinderen nu eenmaal beloofd
had, dit gedicht voor ze te schrijven, werd des dichters geest zoo, dat
hij dat kon; maar omdat zijn geest zoo was, dat hij 't zoo kon en moest
schrijven, kon hij dat ook dien [p.285] kinderen beloven. Zeer wel
denkbaar is het geval, dat hij slechts een Beatrijs van deze soort
ware gaan schrijven, omdat hij 't nu eenmaal kinderen had beloofd, en
't dus daarom in zekeren voor kinderen verstaanbaren stijl moest
dichten, maar dan ware zijn gedicht onherroepelijk een prul geworden.
Dat 't dit niet werd, en integendeel een fraai kunstwerk, bewijst
dat zijn belofte en zijn voor-kinderen-schrijv
|