FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>  
djes kunnen het feit niet doen vergeten, dat de opzet van het gedicht: Beatrijs als een min of meer in trance verkeerende heilige voor te stellen, in plaats van als een zondig menschenkind, alle diepere en fellere menschelijkheid heeft doen teloor gaan, en er dan ook onvermijdelijk oorzaak van moest worden, dat het mirakel verhaal veranderde in een romantische ballade, waarin alle zin voor de werkelijkheid ten eenenmale zoek is. Van den tijd, verhopen tusschen vertrek uit en terugkomst van Beatrijs in het klooster, waarvan de middeleeuwsche dichter ons zoo veel en zoo warm-menschelijk wist te verhalen, vinden wij in dit gedicht niets: alles blijft in dezelfde vage trance-sfeer. Op een goeden dag komt Beatrijs, zooals zij eerst tot de innerlijke zekerheid kwam, dat ze 't klooster verlaten moest, nu tot de zekerheid, dat zij er weer in moet terugkeeren. Dat is alles.--Die terugkomst op zich-zelve is weer wonderschoon van beelding. Laat mij een paar van die prachtige verzen voor u aanhalen: [p.283] De sombre poort week open wijd Bij d'eersten klop. Daar stond Beatrijs roereloos gewijd Met bleeken mond. Want de hal hing vol van wonder licht Als rozegeur in puren brand, Dat straalde van Moeders aangezicht Op zoldering en wand. Want de hal was vervuld van licht geluid Als veler waatren ver gerucht. Zij hoorde den klank van veel en luit Op de doorzongen lucht. Zoo stond onnoozele Beatrijs Verheerlijkt met Maria mee. Een ademtocht. Der heemlen wijs Verging in 't lied der zee. Zij zag hoe Moeder beurde en leid', Eer licht en lied verzwond, Heur vingeren gebenedijd Aan benedijden mond. Ja, dit alles is voorzeker verrukkelijk mooi. Maar als de dichter ons dan verder verhaalt, dat, na nog wat jaren levens, Beatrijs .... doofde en stierf: in stille kerk Sliep ze in Maria's tijdlijk kleed. Een andere zuster deed het werk Dat eens Maria deed. Doch weinig zonnen stegen, en Daar kwam een pelgrim, moede en grijs, Die vroeg den laatsten zegen en Zijn graf naast Beatrijs. Hij deed zijn sober kort verhaal Dat telde de jaren van Mei tot Mei, Voor al de zustren in de zaal. En toen verstonden zij. [p.284] Als de dichter, zeg ik, dat verhaalt, dan waardeeren wij wel weer den fraaien vondst, waardoor hij het biechten van Beatrijs verving, maar wij voelen tevens, dat wij nu ook met
PREV.   NEXT  
|<   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>  



Top keywords:

Beatrijs

 

dichter

 
terugkomst
 

verhaal

 
klooster
 

verhaalt

 

gedicht

 
trance
 

zekerheid

 

vingeren


gebenedijd

 

verder

 

voorzeker

 
verrukkelijk
 

benedijden

 

doorzongen

 
onnoozele
 

Verheerlijkt

 

waatren

 

gerucht


hoorde
 

ademtocht

 
beurde
 
Moeder
 

verzwond

 
heemlen
 

Verging

 

tijdlijk

 

zustren

 

verstonden


verving

 

biechten

 

voelen

 
tevens
 

waardoor

 

waardeeren

 

fraaien

 

vondst

 

geluid

 

andere


stille

 

levens

 
doofde
 

stierf

 

zuster

 

laatsten

 

pelgrim

 

weinig

 

zonnen

 
stegen