n. En waarachtig, statig zijn ze al aan
't knikkebollen. Heidaar!... Hola! wordt 'ns wakker.... Ik heb 'n goeie
tijding voor jullie.... Hoera! Hoera! die ouwerwetsche Beatrijs is
uit!... Kijk, daar stommelen ze al, zich de oogen bewrijvend, met blije
gezichten de banken uit....--
* * * * *
VERTALINGEN
Blz. 4 Du staunst: Gij verwondert U dat ik, mij een pad banend, moedig
den weg naar de hoogten der Wijsheid bestijg? Dezelfde geest die mijn
lichaam beweegt, is een het Al omcirkelend Wereldrad.--
Blz. 4 Ueber der Zeiten: Over der tijden bultigen weg rijd ik naar het
Eeuwige Leven en ik schrijd tot het Paradijs over de hel.--
Blz. 4 Mir war so kalt: Mij doorsneed zulk een huiverkoude, alsof ik
een lied van Samuel den Leviet hoorde.--
Blz. 5 Von Salomo: Van Salomo den Wijze was eens de Geest geweken:
toen vergeleek hij der tanden parelenrij met een lammerkudde.--
Blz. 5 Was soll mir's: Waartoe zou ik, de klankrijke dichter, zingen
voor zulk gespuis? Waar mijn tong toch ook mijn drietand kan zijn, is
het beter haar te gebruiken, om hen tot brij te hakken.--
Blz. 5 Eine wunderbare: Een wonderbare, groote vuurzuil des gezangs.--
Blz. 5 Die Sonne sinkt: De zon gaat onder, de nacht rijst op en met
goud omrand verschijnt de maan; in zee bewegen de sterren, gelijk
verdwaalde reizigers, rusteloos door verre landen trekkend.
Blz. 5 Heil Tyrus!: Heil U Tyrus! Uwen Wijzen heil. Hun naam hebben zy
mij in 't hart gedolven. En bij hun zee zich een tweede verworven: mijn
oog dat van tranen overvloeit.--
Blz. 6 "Il faut remarquer": "Men moet niet uit 't oog verliezen", zegt
Luzzatto, geciteerd bij Geiger, "dat de pederastie bij de Arabieren
(evenals bij de Grieken) in hoog aanzien stond, en de Joodsche dichters
van hun vrienden spreken alsof dezen hun minnaars waren.
Blz. 164 laisser entrevoir sa pensee: het laten doorschemeren van zijn
gedachte.
Blz. 168 "Absicht", die "verstimmt": bedoeling die ontstemt.
Blz. 197 Und nennt man: En noemt men de beste namen, dan wordt ook de
mijne genoemd.
Blz. 238 Or, if virtue: Of, zoo de Deugd te zwak ware (om ten Hemel te
stijgen) dan zou de Hemel nederdalen tot haar.--
* * * * *
BIBLIOGRAPHISCHE NOTITIE
De artikelen uit de jaren tot en met '16 zijn verschenen in De Gids.
De andere in het Weekblad voor Stad en Land.
De artikelen in het didactisch deel, in Het Jonge Leven.
|