FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>  
[p.274] dichter, te zwak voor zijn tijd, te zwak voor een vroegeren, en alleen sterk in zijn droom.... Nu neem ik dat wandbord in mijn hand, want ik wil het met u van nabij bekijken; ik wil pogen waar te maken, wat ik heb beweerd. * * * * * Aldus is het verhaal in Boutens' Beatrijs: Een zeer reine en volmaakt aan God en Maria overgegeven non leidt in een klooster een begenadigd leven. Ze is een ideeele figuur van zieleschoonheid, welke, als in haar volmaakt-natuurlijken vorm, zich in lichaamsschoon heeft gehuld. Zij is een dier van God-gezegenden, voor wie de menschenharten zich dadelijk openen, door wier aanblik de vreugde hooger bloeit, het leed al wordt gelenigd, terwijl zij-zelf, als ze anderer smart verlicht, door die mede te helpen dragen in haar liefderijke zorgen, dit uit zoo puur-ingeboren, natuurlijke aandrift doet, dat die in haar gekomen smart haar niet drukt en vertroebelt. Voelen de andere nonnen te leven in een "donkre dal van smart" en bidden zij Maria, dat Zij daarin een glimp van genade moge zenden, bij haar is 't anders.... Maar kom, maak gij zelf nu maar eens kennis met de zuivere, stille verzen van dezen dichter, met zijn waarlijk-verrukkelijke stem: Maar of zij vastte of zong of bad, Haar was of heur leven zelf bewoog In de straten van Gods lichte stad En onder Moeders oog. Zoo was haar doen een zuivre vreugd: Een orgel dat speelt zacht en ver Zijn hymnen aan Maria's deugd: O Hemels Deur, o Morgenster! Maar helaas, het klare vijvervlak dier blije ziel blijft niet zoo rimpelloos en onbewogen. Eens op een ochtend uitgegaan, om pijn te verzachten, een ongelukkige te troosten--de dichter verhaalt dit op deze schoone wijze, waarvan ik het meest opmerkelijke cursiveer: [p.275] En eens op een ochtend in den Mei Ging ze uit waar smart haar blijdschap riep, Langs akker en blanke huizenrij, Toen alles sliep. --eens alzoo op een ochtend uitgegaan: En buiten het dorp aan der wegen sprong Kwam door den morgen haar temoet Een stem die met den leeuwrik zong. Een ridder goed. Bij het eerste hooren, bij de eerste aanschouwing, treft die stem haar reeds zoo diep in 't hart, overstelpt die aanblik haar zoozeer, dat: Zij kon niet hooren wat hij sprak-- Was het een vraag, was het een groet?-- Het was als zong de wind door den tak: Ik min u goed. Niets dan dit vervulde haar gewaa
PREV.   NEXT  
|<   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>  



Top keywords:

ochtend

 

dichter

 
eerste
 

hooren

 
uitgegaan
 

aanblik

 

volmaakt

 
alleen
 

vroegeren

 

blijft


rimpelloos

 

onbewogen

 

ongelukkige

 
waarvan
 

opmerkelijke

 

cursiveer

 
schoone
 

verzachten

 

troosten

 

verhaalt


vijvervlak
 

vreugd

 
speelt
 
zuivre
 

Moeders

 
hymnen
 

Morgenster

 

helaas

 

Hemels

 

blijdschap


zoozeer

 

overstelpt

 

aanschouwing

 
vervulde
 

blanke

 

huizenrij

 

morgen

 

temoet

 

leeuwrik

 

ridder


sprong

 

buiten

 
straten
 

gelenigd

 

terwijl

 

beweerd

 

bloeit

 

vreugde

 

hooger

 
anderer