FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>  
rworden. En daar zij hem aanzag, zag zij ook niet zijn schoonheid, maar slechts: ......in oogen brandend klaar Smart die zij niet verstond. In het klooster weergekeerd, hoort zij niets dan diezelfde zoete stem, niet anders dan diezelfde onverstane woorden-als-een-lied; voelt zij niet anders dan dien "gouden pijn," een zoete foltering. En echter--maar let tevens eens op het diepe wijsheidsschoon van de door mij gecursiveerde regels--: Geen van haar zustren speurde haar leed, Geen van haar zustren sprak ze ervan, Omdat die zelve ziet en weet, Alleen vertroosten kan. Dit is, tot het einde, de korte inhoud van wat men den "eersten zang" van het gedicht zou kunnen noemen. [p.276] En verder gaat nu het klare verhaal aldus: In de stille hal aan den witten wand Stond een aloude Lieve-Vrouw In strakke plooi en steilen stand Van donker-eiken rouw. Die was de vertrouwde van Beatrijs, En alles wat zij deed en dacht, Verhaalde zij haar in woord en gepeis Voor iedren nacht. Als zij de poort 's avonds heeft gesloten, heeft zij het gevoel, of ze, voor het beeld van Maria staande, als een kind aan moeders schoot staat en Moeder voor zich alleen heeft. Het strak-houten beeld schijnt voor haar een heimelijk en teeder leven te krijgen. Den avond na dien dag, waarop zij den ridder heeft ontmoet, blijft zij zeer lang aan "Moeders voet" geknield, maar zoo zegt, vooral in het door mij gecursiveerde gedeelte zeer fraai, de dichter: Wel laafde gebed zich uit liefdes stroom, Maar haar diepste hart bleef ongerust, Als het hart van het kind dat in den droom Zijn doode moeder kust. Zij staat op, treedt naar de poort, maar sluit die niet en gaat den buitennacht in, om in de donker-overhuivende eenzaamheid omtrent zich-zelf tot klaarheid te komen.... Toen door haar wondzeer harte sneed, Als een pijl die door de klaarte schoot, Van een verdoolde meeuw de kreet? Van ziel in nood? Smartelijk sloot haar zachte mond; Zij week door d'engen duistren kier Terug tot waar Maria stond: Moeder, ik moet van hier. [p.277] Ik heb in elk dezer beide strophen een regel gecursiveerd, om op tweeerlei verschil in opvatting tusschen Boutens en den middeleeuwschen dichter al vast de aandacht te vestigen. Zooals Beatrijs bij de eerste ontmoeting met den ridder reeds, "zag in oogen brandend klaar smart die zij niet verstond," zoo meen
PREV.   NEXT  
|<   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>  



Top keywords:

zustren

 

gecursiveerde

 
dichter
 

ridder

 
Moeder
 

Beatrijs

 

donker

 
schoot
 

diezelfde

 

brandend


verstond

 

anders

 

ongerust

 
treedt
 

moeder

 

klaarheid

 
omtrent
 

eenzaamheid

 

buitennacht

 

rworden


overhuivende
 

geknield

 
vooral
 
Moeders
 

ontmoet

 
blijft
 

gedeelte

 

stroom

 

wondzeer

 

diepste


liefdes

 

aanzag

 

laafde

 
verschil
 

tweeerlei

 

opvatting

 

tusschen

 

Boutens

 

gecursiveerd

 

strophen


middeleeuwschen

 

ontmoeting

 
eerste
 

aandacht

 

vestigen

 

Zooals

 

Smartelijk

 

zachte

 

waarop

 
klaarte