t, als in de natuur, zijn een. En precies zoo
stevig-tastbaar of onwezenlijk-vaag zal de vorm zijn, als de ziel,
het sentiment, dat zich erin belichaamt, [p.273] stevig-tastbaar of
onwezenlijk-vaag is. Zoo concreet-stevig, zoo tastbaar als het
religieuse sentiment van onzen middeleeuwer was, zoo concreet-stevig,
zoo aarde-leven-vol werd zijn Sproke, en zoo abstract-vaag als het
religieus sentiment van Boutens is, zoo abstract-vaag, zoo
buiten-het-aardeleven-staande werd zijn Beatrijs.--Daar was in de
middeleeuwen een zuiver-blanke, maar grove schotel van gering aardewerk;
daarop lag het Brood-des-Levens; die schotel ging den kring rond, en die
van het Brood aten, vonden ook, in hun verheerlijkende ziening, den
schotel schoon. Maar onder hen zat een kunstenaar aan, en zijn hart
drong hem, om dien schotel, die zoo heiligen last droeg, met zijn
innigste kunst te versieren. En de etenden vonden den nu versierden
schotel wel schooner dan hij was, maar toch: onvergelijkelijk schooner
en beter en heerlijker nog: het Brood-des-Levens dat hij
droeg....--Zes eeuwen later staat weder een kunstenaar op; hij vindt
de antieke schaal, dier kleuren en beelden schijnen onder het licht van
dezen tijd verwelkt. Toch verstaat hij het sentiment van hem, die eens
ze schilderde. Welnu, ook zijn hart dringt hem bij dezen schoonen
aanblik: hij zal een dergelijke maken en beschilderen die met zijne
verbeelding der zelfde tafereelen.... Nu is zij gereed.... Maar waar is
het Brood-des-Levens, dat op de oude lag?.... Hij bezit 't niet.... Waar
trouwens de kring der etenden, die het onder innerlijk gebed in heilig
genieten zouden nuttigen?.... In deze tijden eet men niet dit Brood. Men
vreet het brood der schamelheid en der rampen, of het brood der rotte
weelde, uit de gore hondenhokken en van de decadent-broze
"eierschaal"-bordjes van het kapitalisme. In deze tijden is ook zulk een
schotel geen gebruiksvoorwerp meer.... die is, ofschoon van modern
maaksel, te antiek, haha, die is te snoepig-mooi.... dat is 'n
wandbord,dat hangt men aan den muur.... En zoo kwam hij dan ook te
hangen; in het literaire salonnetje van meneer A., in 't geurig
boudoirtj'e van Mevrouw B., en overal in de doddige werkkamertjes van de
hoogere-burgertjes en gymnasiastjes Dela, Rie en Loes, waar-ie 't zoo
verrukkelijk "doet" naast 't portret van dien dirigent met den
interessanten kop, op wien nu letterlijk iedereen verliefd
is....--Helaas ... armoede-in-rijkdom van een groot
|