rade U: haestelike1) [1) haastiglijk]
Gaet ten abt uwen vader
Ende verteelt hem algader
U sonden al sonder lieghen.
Laet U den duvel niet bedrieghen.
Die abt sal U absolveeren1) [1) absolutie geven]
Van den sonden die U deren;
Eest1) dat ghise2) niet en wilt spreken [1) Mocht het zijn 2) gij ze]
God salse swaerlike an U wreken."
De vier regels van mijn eerste cursief heb ik aldus laten zetten, om U
opmerkzaam te maken tegelijkertijd en op de aansporing tot nakoming der
biechtverplichting, die daarin ligt, en op de voortreffelijke
psychologiek van onzen dichter, maar het tweede cursief bedoelt uw
[p.265] aandacht te trekken naar die prachtige allegorische voorstelling
van den jongeling, die voor een in zijn armen liggend dood kind met een
appel speelt. Die voorstelling is ook plastisch zoo voortreffelijk--en
met hoe eenvoudige middelen is dit bereikt--dat ik het gelijk een van
ouderdom kleur-verdiept schilderij voor mij zie. Het is overigens een
echt-middeleeuwsch, ingewikkeld-symbolisch tafereel. Voel eens de
tijdsverwantschap ervan--in de laatste cursieven van het volgend
citaat--met een sonnet van den wereldgrooten en nog heden ten dage in de
ziel zijns volks levenden Dante Alighieri. (In de voortreffelijke
vertaling van Van Suchtelen--uit Het Nieuwe Leven--):
Elk edel hart, dat juist der liefde gloed,[4]
Tot voor welks aanschijn deze woorden dwalen--
Opdat het mij zijn meening moog verhalen--
In naam van Amor, zijnen Heer, mijn groet!
Reeds henen was dra 't derde deel gespoed
Der uren waarin alle sterren stralen,
Toen plotseling Amor tot mij neer kwam dalen,
Zoo, dat herinnering nog mij beven doet.
Vol vreugde scheen hij me eerst terwijl zijn handen
Droegen mijn hart, en in zijn armen had
Hij mijn Meestres, sluimrend in lichtrood kleed;
Toen riep hij haar; en van mijn hart dat brandde,
Zag ic hoe zij schuchter, schoon gehoorzaam, at....
En klagend vlood hij als in bitter leed.
In mijn derde cursief--in het Beatrijs-citaat, wel te
verstaan--vindt ge de verklaring van de symbolische voorstelling. Het is
alles niet dan zuiver schoon en zuiver natuurlijk: Beatrijs is een arm
ongelukkig menschenkind, dat de wroegende herinnering aan hare zonde een
ander openbaren moet. En de jongeling, de engel ... wel wat zou
[p.266] wel natuurlijker voor een engel uit den katholieken hemel
kunnen zijn, dan een dergelijke ongelu
|