met hare daden, d.w.z. de rechtvaardigheid ervan,
hadde beseft. Want hoe zoudt ge kunnen worden gelouterd door een
straf, die niet dan wrokgedachten in U wekt? Derhalve--en alweer zei
ik u dit alles slechts om de nu volgende literair-critische opmerking te
maken:--indien dus de dichter niet ervoor had gezorgd, dat Beatrijs en
het een en het ander begreep, dan zou hij een slecht en onwaarachtig
dichter zijn geweest, want in plaats van een figuur te scheppen, die
heilige en zondares is, zooals hij bedoelde, zou hij er slechts eene
hebben geschapen, die alleen zondares is en dat blijft; en niet alleen
dat die figuur dan niet zou hebben geleefd voor ons, in de sfeer van
het verhaal waarin zij geplaatst is, maar ook--en ik wees u reeds de
vorige maal op iets dergelijks--de begenadiging van haar met een
mirakel zou ons volkomen onverstaanbaar zijn geworden. En al naar
onzen aard zouden wij hebben gedacht, of: dit alles is
quasi-dichterlijke malligheid, of dit is een van die goddelijke
willekeuren, die geenerlei weerklank in mijn menschelijk gemoed
wekken. Doch luister nu maar even, hoe onze zuivere dichter daar wel
voor gezorgd heeft, onze dichter, die, hoe vreemd de moderne term
toegepast op dezen naieven middeleeuwer ook moge klinken, tevens een
waarachtig menschenschepper was.
[p.251]
Si sprac: "Hets1) mi comen toe,2) [1) Het is 2) mij overkomen]
Dat ic duchte spade ende vroe1) [1) laat en vroeg = altijd]
Ic ben in vele doghens1) bleven:2) [1) lijden 2) achtergebleven]
Die ghene heeft mi begheven,
Daar ic mi in trouwen toe verliet.1) [1) Spitz vertaalt uitmuntend: "hy, op wien ik in volkomen overgave vertrouwd heb"]
Maria, vrouwe, oft ghi ghebiet,1) [1) indien het u behaagt]
Bidt vore mi ende mine jonghere1) [1)kinderen]
Dat wi niet en sterven van honghere.
Wat salic1) doen elendech wijf? [1) zal ik]
Ic moet beide siele ende lijf
Bevlecken met sondeghen daden.
Maria, Vrouwe, staet mi in staden!1) [1) Sta mij bij]
Al constic1) enen roc2) spinnen2) [1) kon ik 2) aan het spinrokken werken]
Ic en mochter niet met1) winnen [1) ik zou er niet mede kunnen]
In tween weken een broet,1) [1) brood]
Ic moet gaan dorden1) noet2) [1) door den 2) nood (gedwongen)]
Winnen buiten stat op toelt1) [1) buiten de stad op het veld]
Met minen lichame ghelt,
Daer ik met mach copen spise,1) [1) Waarmee ik voedsel kan koopen]
Ic en mach in ghere wise1) [1) in geen
|