FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221  
222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>  
erbeelding, en ik antwoordde den dichter: "Ik hoor, maar--ik kan er u niet voor instaan, dat ook al die vrienden, die u ten deele door mij heen hooren, nog naar U luisteren. Gij moet namelijk wel weten, lieve Meester, dat zij--droevig gezwegen van het vele andere, dat hen van U scheidt!--nog wel wat anders te overdenken hebben in dezen treurigen tijd dan een schoon gedicht. Gij kunt er geen flauw begrip van hebben, o Zeer Zuivere, die allicht reeds eeuwen in de stralende stilte van uw hemelschen droom aan de voeten van Ruusbroec zit en naar zijne geheimenissen-onderrichtende stem hoort--gij kunt er geen flauw begrip van hebben in welk eene troebele verwarring-der-duisternis wij leven.... "Welnu," onderbreekt gij, onverfijnde-verfijnde, mij eensklaps schalk, [p.259] "den luister van mijn licht ontbreekt 't dan althans aan donkeren achtergrond niet!" Ach, lieve Meester, is mijn wederwoord, nu het U behaagt te schertsen, zie ik U wel waarlijk als een, die te lang reeds in den hemel leeft, dan dat hem de nooden der aarde, hoe goed hij ze vroeger ook kende, niet verre en vreemde zouden geworden zijn. Niet elk licht brengt verlichting in de aardsche sfeer.... En zoudt gij U dat niet herinneren?... Denk eens aan de machtige kathedralen van uw tijd.... Als het er avondde en, gelijk oogleden over slapensreede oogen, de nacht er over het lichten der kleuren, het juweel- en goud-spiegelen der beelden en altaren was gedaald, hoe zwak alhoewel schoon, hoe onmachtig en toch licht, blonken dan al die teer-gele vlammetjes in hunne kleine heiligen-aureolen.... Gedenk dat, lieve dichter, en aanzie dan, hoe een schoon en teer-wiegelend droomlichtje als het uwe nu eenzaam brandt in de volksziel van mijn tijd ... een ziel die een kathedraal is, vol droomende en wakende kleuren, kleuren van winter- en lente-hemels, van stille en storm-zeeen; vol zinrijke beelden, juweel-bestarde altaren, nissen vol geheimenis, pilaren vol kracht ... terwijl toch, door de duisternis, waarmee reeds overlangen tijd de maatschappij-nacht dit alles overdekt, niemand haar volle schoonheid en weidschheid kent, haar biddende spitsbogen noch haar wondere vensters, die van het zonlicht, zoo hen dat maar kon bestreden, een eigen schoon-spelende kleurenbrand zouden maken.... Ja erger: zij zelve vangt nauw aan zich te kennen, en dacht zich--zie deze tragedie, dichter--tot voor geringen tijd een werkplaats, gebouwd om dag en nacht te dreunen van het zwoegen.... en nog kent
PREV.   NEXT  
|<   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221  
222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>  



Top keywords:

schoon

 

dichter

 

kleuren

 

hebben

 

beelden

 

juweel

 
altaren
 
duisternis
 

zouden

 

begrip


Meester

 

zwoegen

 

wiegelend

 

droomlichtje

 

geringen

 

aanzie

 

aureolen

 

Gedenk

 

slapensreede

 
kathedraal

oogleden

 

gelijk

 

volksziel

 

tragedie

 

eenzaam

 

brandt

 

heiligen

 

gedaald

 
lichten
 

spiegelen


gebouwd

 

alhoewel

 

onmachtig

 

vlammetjes

 

werkplaats

 
dreunen
 

blonken

 

kleine

 

biddende

 

spitsbogen


wondere

 
schoonheid
 

avondde

 

weidschheid

 

vensters

 

spelende

 
kleurenbrand
 

zonlicht

 

niemand

 
overdekt