naiveteit van den primitieven en godenscheppenden mensch. Hij
vindt kracht en ietwat blufferig vertoon ervan nu eenmaal
verrukkelijk--ook in het booze, en hij schept zich een waarlijk
vorstelijken Duivel: Wolf Larsen, en knielt voor hem. Hij vindt
kracht, gepaard aan een soort van heroische, bovenmenschelijke
gewikstheid nu eenmaal prachtig--ook in het goede, en hij schept zich
een snelvoetigen handelsgod, een Mercurius, met de vuisten en de
gewelddadigheid van een Mars--maar hoe deze twee dan ook in
werkelijkheid een zijn, heeft ons niets zoo goed als deze tijd
geleerd!--: Elam Harnish. Hij vindt kracht mooi--ook in der dieren
sfeer, en ziedaar: hij schept Pit-tah, den Heroischen Hond! Maar zoo
werd wat zijn zwakheid in dit boek is tevens zijn sterkte erin: wijl
hij geen groot en werkelijk menschenschepper is, was hij in staat zoo
beslist en voor zoo langen tijd zijn blik van de menschen af te
wenden, en omdat hij een verheerlijker van de kracht is, spoorde dit
mede hem aan zoo liefdevol het dier te bezien, dat hij gevoelde tot
haar levend Beeld te kunnen maken.--En nu ten slotte: dat hij knielt
voor alle drie, en voor Larsen en voor Harnish, en voor Pittah
niet minder, en ze bewonderend zit te bekijken dag na dag en van den
ochtend tot den avond, daarin kunt [p.223] ge een bewijs te meer zien,
zoo ge dit nog behoeft, dat zijn eigenlijke aard niet die eens
menschenscheppers is. Die is minnaar maar tevens beheerscher van zijn
wereld. Hij leeft wel er in, maar tevens er boven. Ook London heeft
zijn wereld lief en leeft erin, maar haar beheerscher voelt hij zich
niet. Hij is er niet "tevens boven," maar integendeel: er tevens
beneden: hij kijkt er tegen op.--Hiermede meen ik nu mijn
tweevoudige belofte te hebben vervuld. En een echt "verkwistende
diamantbewerker" als ik nu eenmaal ben, ga ik, na mijn eenen schuld te
hebben afgelost, onmiddellijk een tweeden aan: in nog een of twee
artikelen zullen wij het nu verder onverdeeld-prachtige Pittah, naar ik
mag hopen weder genietend bezien.
* * * * *
IV
De soort en hoedanigheden der psychologie. De dramatiek.
Gelijk London als schepper van eenzijdige personificaties als ware 't
een overgangsvorm vertegenwoordigt tusschen den van allen
figuur-scheppenden aanleg ontblooten schrijveren den grooten
menschenschepper, zoo blijkt ook in verreweg het grootste deel van zijn
zielkundigen arbeid in ons boek, zijne psychologie tot wat me
|