te
liet mij echter niet toe, ook hier beide verhalen te citeeren.
[3] Men zie hierover Herman Gorter's vermaarde essai: Kritiek op de
Literaire Beweging van '80 in Rolland.
[4] Cursiveering van den schrijver.
[5] ibidem.
[6] De laatste meester van Pittah, een ingenieur, die een liefdevol dier
van hem maakt.--
[7] Uitsluitend in Het Volk, dus in vertaling, maar kon ik derhalve,
zooals ik op blz. 213 zei, niet met afdoende zekerheid beslissen aan
wien, schrijver of vertaalster, de toen gesignaleerde beeld- en
taalmalligheden waren te wijten, het is duidelyk, dat de thans
aangewezen schrijverseigenaardigheden onmogelijk die der vertaalster
zouden kunnen zijn.
[8] Cursiveering ran mij.--
[9] Cursiveering van mij.
[10] Cursiveering van mij.
* * * * *
[p.232]
BEATRIJS [1]
Inleiding
I
Welk een enorme sprong! Van Pittah, de grijze Wolf, naar--de sproke
van Beatrijs.... Van den modernen Amerikaan uit het land van
fabelachtige weelde en den ongebreidelden levenshonger der felle
aarde-genieters, naar den middeleeuwschen smachter-naar-God, den
hemel-verwachter en -verlanger, den sobere van zeden en behoeften; van
den dichter van het dier-epos naar dien van het God-verheerlijkend
dicht. De afstand moge hem het grootst lijken, die gewend is de dingen
louter naar hun uiterlijk te waardeeren, toch: wat 'n sprong! En ik wil
je allen wel zeggen, dat ik hem 'n twintig jaar geleden niet zou hebben
gewaagd, bevreesd als ik zou zijn geweest, dat ik, na mijne heldendaad
mij omwendend, mijn heele mij zoo dierbare gezelschap van volgelingen
zou hebben gezien, zich wringend van 't lachen aan de overzijde van den
oversprongen afgrond, en, in stede van mij te volgen, mij uitjouwend om
mijn malle daad. "Wie heette jou te springen, jij nar," zoo zouden mijne
geliefde vakbroeders en -zusters mij ongetwijfeld achterna-gehoond
hebben, "wie heette jou te springen [p.233] van uit ons moderne
goed-beloopbaar landje, ons
landje-van-Multatuli-Buechner-kracht-en-stof-Dageraads-atheisme, enz.
enz. enz., naar dat ongelukkige strookje drijfzand van middeleeuwsch
bijgeloof, waar je je dood om kan gieren als je 'r alleen maar 'an
denkt; dien dommen tijd, toen ze zoo niks wisten en aan God en den
duivel, aan spoken en heksen geloofden. Dag! We groeten je, veramuseer
je in je eentje!" ....--En nog, nu, na die twintig jaar, en terwijl het
plat- en stom-materialistisch getij zoo heerlijk aan het
|