rd,
maar wat ge nooit hadt gehoord of gelezen, is wat de schrijver hier
ermee doet: die ontleding toepassen op het bewustzijn van het dier.
Dit nieuwe, dit gewaagde en geslaagde nieuwe is het dat er die warmer,
die inniger bekoring aan geeft. Onze kunstenaar modelleert hier het
kostbare en zware kleed van oude logische schoonheid tot het
verrukkelijk past om de statuur van een nieuwen drager: een nieuw
gegeven....--Anders gezegd: de belichtende zon is helaas niet uit
zijn scheppershanden gekomen, maar de nieuwe vruchtvarieteit, die ge
ziet rijpen in 't licht, dankt wel degelijk aan zijn hovenierschap haar
ontstaan....--
* * * * *
Maar dan: heel dat koel docent- en verhandelaarsachtige verliest London,
zoodra hij gelegenheid krijgt zijne waarlijk-geweldige dramatische
kracht in 't spel te brengen; dan vergeet hij alles wat door anderen
geleerd is omtrent mensch- of dier-psychologie. Hij wordt de geniale
ontdekker en de stralend-levende beelder. Zie hem de sexueele
liefde dramatisch behandelen: het gevecht tusschen de drie
mannetjes-wolven om het wijfje. Hoe is hier alles leven en
waarachtigheid, in dien hoogen zin, dat het leven er zich in een nieuwer
en smetteloozer glans van waarheid ont-dekt; hoe krijgt hier het
vluchtig, hartstochtelijk en spannend moment een aspect van statig
eeuwigheidsleven, doordat de diepste grond der sentimenten wordt gezien.
Hier wordt niet geredeneerd, niet verhandeld; elke observatie van den
auteur is raak, want intuitief en bliksem-hel door hem zelf gezien,
zoo gezien, dat in het uiterlijkheidsleven het innerlijk ligt onthuld.
Het is de waarlijk-levende, scheppende psychologie, die geen spraak
behoeft, omdat zij zichzelf beeldt; die geen logische denkmanier heeft
van noode, omdat zij de spontane logica, de logiek van het
natuurleven-zelf is....
[p.228] Zie eens den ouden wolf in zijn ervaringswijsheid gebruik
maken van het oogenblik, dat zijn nog overgebleven jonge mededinger hem
onachtzaam de onbeschermde bocht van zijn hals toewendt, om in een
scheurenden ruk den grooten slagader door te bijten; zie de wolvin,
gevleid door het haar huldigende doodelijke minnespel "lachend"
zitten toekijken op het besneeuwde veld.... En is het u niet bij die en
de vele dergelijke tooneelen of op de u woest voorbij gezwaaide toorts
der dramatiek nu waarlijk de vlam der psychologie de verre
duisters doorschicht?
Let ook op de dramatiek der ouder- en kinder-liefde: de
|