moeder roovend
de jongen uit het hol van de lynx, om in den tijd van hongersnood haar
nog overlevend wolfje te voeden; het gevecht met de lynx; of Pittah na
'n jaar zijn moeder weer ontmoetend: hij springt haar vroolijk tegemoet,
zij--een wolfmoeder vergeet haar jongen van een vorig jaar--herkent hem
niet meer en haalt hem vinnig den kop open. Lees, bij het allereerste
ontstaan van het jacht-instinct bij het jonge wolfje, zijn avonturen op
den eersten dag: na en nog midden-in al het docentachtige, geleerde
verhandelen over de eerste ontwikkelingsgang in het diertje, wordt door
de dramatische spanning van het door den kunstenaar London gebeelde
gebeuren, ook de kunstenaar in den psycholoog London gewekt: het vecht
en moord-genot in volle hevigheid van trillend leven in de ziel van het
wolfje voelt ge na: als hij het nest met de jonge vogels vindt, ze
verslindt en daarna den kamp met het moeder-sneeuwhoen onderstaat; zijn
schrik en zijn begrijpen van wat dit ook hem te leeren heeft, als hij
een "gevederde pijl", een havik, ziet neerschieten, het sneeuwhoen
grijpen en met het angstkrijschende dier in de klauwen opwaarts vliegen;
met nog op het einde dier magnifieke eerste-dag-episode, die scene van
moederliefde, als de wolvin haar kind, dat dreigt door een wezel te
worden doodgebeten, nog net bijtijds redt.--Bedenk ook wat een
prachtig-gave dramatiek en dus ook dramatisch zich uiten de
psychologie aan den dag treedt in dat tooneel tusschen den ouden wolf
Eenoog, verscholen achter pijnboomen, de lynx en het stekelvarken:
[p.229] Een half uur verliep--een uur--en er gebeurde niets. De
stekelbal had, wat onbewegelijkheid betreft, best van steen kunnen
zijn, de lynx van marmer; en de oude Eenoog had een dood dier
kunnen wezen. En toch waren de drie dieren vol intense spanning en
nooit waren zij meer levend geweest dan toen zij dood schenen.
Eenoog bewoog zich eventjes en staarde met toenemende spanning. Er
gebeurde iets. Het stekelvarken had eindelijk geloofd dat zijn
vijand was weggegaan. Langzaam, voorzichtig ontrolde het zijn
ondoordringbare wapenrusting--geen kwaad vermoedende.
Of let eens op heel dat hartstocht- en conflict-volle leven van Pittah
te midden der hem vijandige jonge honden in het Indianenkamp, en later
onder de tyrannie van den half-krankzinnigen, gedegenereerden "Mooien
Smit." Het is geen toeval dat juist de dramatiek in dit boek den
levenden en oorspronkeli
|