ug te halen. Maar het is te
laat: die is reeds door de wolven omringd, en hij zelf, als hij, in een
uiterste poging om het dier te bevrijden, zich onder de uitgevaste bende
waagt, wordt, nadat hij zijn munitie heeft verschoten, door het
roofgedierte verslonden. De andere man blijft nu in een hopeloozen
toestand, ten slotte van al zijn honden beroofd, alleen achter. Maar
ziedaar: op het punt van zich nu maar moedeloos gewonnen te geven--hij
kan zich onmogelijk langer op de been houden van [p.210] de slaap--met
niets dan een smeulend en uitgaand vuur tusschen de wolven en zich zelf,
wordt hij door een over de bevroren rivier naderend reisgezelschap
ontdekt en bevrijd. Het was waarlijk hoog tijd: het laatste wat hij zag,
voor hij in slaap viel, was de wolvin, die, vlak bij hem, hem
droefgeestig met een van honger kwijlende bek begeerig zat te bestaren,
als ware hij een brok voedsel, dat wel van haar hoorde, maar dat zij om
de eene of andere reden toch nog niet kon gaan eten!--Dit is de--zeer
verkort weergegeven--inhoud van het Eerste Deel. Die der volgende
wordt gevormd door het verhaal, hoe de nu met de troepgenooten
weggevluchte wolvin, die, eigenlijk evenzeer hond als wolvin van
afstamming, een uit 'n Indianenkamp weggeloopen trekdier is, wordt
bevrucht, en Pittah den wolf-hondelijken held van het boek ter wereld
brengt; hoe diens leven, vol van wreede avonturen, verloopt en hij ten
slotte, na door bestiale woestelingen tot een duivel van haat en
ontembare wildheid te zijn gemaakt, onder den invloed van een edelen
meester allengskens een wezen van hartstochtelijke liefde en
onwankelbare trouw wordt.--De lezer zal allicht hebben opgemerkt, dat ik
den inhoud van het eerste boek, hoe verkort ook, toch veel uitvoeriger
heb weergegeven dan die van het geheele overige werk. Ik deed dit, omdat
ik die eerste hoofdstukken natuurlijk het eerst zal behandelen en er nog
al veel over te vertellen valt....--Of ge nu al de heele kaart afkijkt
en U al de details van heel de te doortrekken streek in het hoofd prent,
dat geeft niets, ge zoudt het dan toch later nog eens willen overdoen.
Zoodat ... nu steek ik de kaart weer in mijn zak en word de
oppermachtige berggids!... Vrienden, reikt mij dan het koord van uw
aandacht, laat mij jelui aan mij vastbinden ....--
* * * * *
Leelijkheid en Schoonheid in het "Eerste Deel"
Er zijn van die critici, die, evenals de vrijgrage jongelui op 'n bal,
alleen de sch
|