verhalen daarin,... vooral Een Kalverliefde.... Het geval doet mij
altijd denken aan dat ongelukkige meisje, dat niet gescheiden werd van
het lijk van het met haar saamgegroeide zusje en daardoor zelf sterven
moest. Waarom ook hier niet resoluut het chirurgisch mes genomen en het
levende, mooie kind van 'r dooie familie bevrijd?... "Ho, ho, dat gaat
toch te ver, toch zeker te weinig nuchter voor een medisch advies!" hoor
ik hier plotseling en heftig mijn voorzichtige en fijngevoelige
roepen.... Maar och kom, wat zou dat! Is dan in vino--zelfs dien der
ijdelheid--geen veritas?...
Mei '15.
* * * * *
[p.73] H. VAN LOON: TROUWELOOZEN
Een caleidoscopisch boek. Een wemeling van figuren, gebeurtenissen en
analysen vermoeit des lezers aandacht en doet hem zich afvragen, of 't
niet te veel gevergd zou zijn, van dezen jongen, schoon zeker
talentvollen auteur reeds te verlangen, dat al zijn figuren zouden
werkelijk leven, al zijn gebeurtenissen in duidelijk zichtbaar causaal
verband zouen staan, van al zijn analysen niet soms de een de ander zou
logenstraffen. En inderdaad, hoe klaarder onze kijk wordt op dit werk,
des te duidelijker blijkt ons, dat we dit alles maar niet moeten
eischen. Want zouden wij dit wel doen, schipperden we niet wat met onze
overtuiging, dat wij feitelijk elken schrijver zoodanigen eisch mogen
stellen, onze teleurstelling over de afwijzing ervan, bracht er ons
allicht toe, uit gemelijkheid den auteur de lof te onthouden, waarop hij
toch onbetwijfelbaar recht heeft. Overigens, die lof--zoo beteekenisvol
hij ook moge zijn--is spoedig genoeg gezegd: de menschelijkheid van dit
werk en zijn schrijver is een veel-omvattende en innerlijk-rijke, en: de
uitbeelding is nergens zoo mislukt, dat wij niet overal de aanwezigheid
dier menschelijkheid zouden kunnen voelen. Maar: die voelend ziet men
ook onbetwijfelbaar tegelijkertijd in, dat, hadde de auteur nog wat
gewacht, gewacht namelijk tot hij als kunstenaar de behandelde stof
volkomen meester was, het werk aan deugdelijkheid veel zou hebben
gewonnen, want nu hij dat niet heeft gedaan, nu hij al te haastig, heel
z'n mooie bouwdoos bij elkaar gegrist, de literatuurtrap komt opgehold,
nu ziet moeder Critiek helaas, dat hij de mooie blokjes en beeldjes
leelijk heeft door elkaar [p.74] gerammeld: daar is een hoekje afgebotst
en hier een spijltje verbrokkeld en de boel past niet meer precies op
elkaar....--En niet alleen d
|