ie 's volks onverwelkte kracht en
daarmede zijn Verlosser verkondigt ... zijn literatuur.... Zij heeft ook
Timmermans' ziel zegen en macht gegeven, en doe daartoe....--
Dec. '17.
* * * * *
[p.89] M.J. BRUSSE: EEN WORSTELAAR
Wonderlijk! Dat zelfde leven, tegen welks stalen rusting gij, moedige
lezer, en zelfs ik, zoowel in de eerste elan der jeugd als in onze
bedachtzamer jaren, ons zoo menige wonde hebben be-loopen, dat
onvermurwbaar-harde leven is ook--zoo zacht, zoo plastisch als was. Die
stugge tyran schijnt dan wel de meest slaafsche slaaf geworden, die er
aan zijn hof te vinden is, een slaaf bovendien der oude tijden, die over
meer geheimen van kunst en Wetenschap beschikte dan alle meesters te
zamen, en dier begeerten met een magisch gebaar te stillen wist. Maar
slechts op een voorwaarde metamorphoseert zich het harde Leven aldus.
Buigt het zich zelfs niet onder den druk van uw wil--een sneeuwworp
gelijk tegen graniet!--het laat zich daarentegen geheel vervormen door
uw albeheerschende, ingeboren neiging, zooveel sterker dan uw wil!...
Wees een geboren-koopman, en 't Leven wordt u een beurs, een kantoor,
een boekhouder en een brandkast. Wees een geboren wijze: het wordt u een
staag zich ontvouwend en weer verhullend geheim. Wees een
geboren-ingenieur en het verkeert niet slechts voor u in zijn tegendeel:
een machine, maar laat zich zelfs, u ten pleziere, in telkens weer
nieuwen mechanischen vorm "uitvinden" door u. Dit alles echter, niet
waar, geeerde lezer, weten wij reeds lang; we hebben, zoo niet
Salomo-gelijk, dan toch gelijk Salomo, genoeg jaartjes onder de zon
geleefd, om dat alles te hebben gezien, maar--zooals 't Leven zich
jegens Brusse houdt, dat hebben gij noch ik ooit aanschouwd. Dat is een
houding van--ja, het is maar door [p.90] een woord te
kenschetsen--allerschandelijkste vertroeteling....--Er zijn 'n paar--ik
heb het meer gezegd--geboren-kunstenaars in ons land, die tevens
geboren-journalisten zijn; derhalve dient hen 't Leven, tweevoudig door
hen bedwongen, zoowel tot te doorspeuren jachtveld, als tot een heilig
Brahmanen-woud, naar contemplatie en innerlijkheids-herschepping
noodend. Maar nooit tegelijkertijd wordt het hun die beide. Het zegt:
"Lieven, voor ge mijn geheim-bloeiende bosschages der
kunstenaarsbezinning intreedt, legt uw jachtwapenen af: daar wordt niet
gespeurd en verminkt, daar wordt aanschouwd en geliefd." Dit nu begreep
ik als w
|