*
Scharten een antisemiet! Medestanders en vrienden, gij, die hem
verontwaardigd dus noemde, vergunt mij dat ik u thans klaarder inzicht
schenk. Overweegt eens allereerst dit: Wat zou deze hoofsche en elegante
stylist, deze rijk-ontwikkelde kunstenaar-criticus, die met de roomigste
melk van veler landen literaturen is doorvoed, wiens waarlijk-nauwgezet
en gewetensvol onderzoek zijner critiek-objecten de warmste erkenning
verdient; wat zou deze man hebben gedaan, indien hij waarlijk antisemiet
ware geweest? Zou hij niet, vrage ik u, het voorwerp zijner afkeer ter
dege hebben bestudeerd, om het des te zekerder te kunnen treffen. Zou
hij, hij, zich niet in diens literatuur hebben verdiept, en al wat door
groote verdedigers en tegenstanders daarover is geschreven, met zijn
critische loupe hebben bezien? Ja zelfs--wat hadde dit immers uitgemaakt
voor dezen begaafden en polyglottischen literator--zou hij, in den loop
zijner van [p.95] semitischen aanstoot getourmenteerde jaren, niet
althans een weinig Hebreeuwsch hebben geleerd, om toch eens ten minste
den gehate in diens eigen huis te kunnen bespieden? Gij antwoordt
bevestigend, natuurlijk. En evenwel, hij deed van dat alles niets. En
wat deed hij dan wel?...
Hij schreef:
Want de schuld der Joden is hun erfelijk ongeloof; hun ongeloof in
den Christus; hun ongeloof (vertaalt de beschouwer van dezen
heil-zwangeren onheilstijd) hun ongeloof in de Liefde als de het
menschdom verlossende kracht,
Hij schreef:
... en voor Christus' heilleer bleek het niet rijp (!!)
Is deze van alle wetenschap gespeende, is deze schamel-geestelijke
herkauwer van zoo evidente, een oneindig aantal malen reeds herkauwde en
uitgespogen, dwaasheid, is deze onze voortreffelijke kunstenaar? Bij
mijn ziel: hij lijkt wel een dorpspastoor uit "het donkere Zuiden", die,
gewaarschuwd dat een gevaarlijk-welsprekend en allicht joodsch
S.D.A.P.-redenaar een propaganda-speech komt houden, op den
voorafgaanden Zondag den kansel beklimt, om voor zijn schaapkens de
Joden als de in haat verzonken, baarlijke duivels "kruisigers van
Christus", af te malen, en hen te verzekeren, dat ze voor eeuwig met die
verdoemden in de hel zullen branden, als ze zouden komen te luisteren,
al ware 't maar een moment, naar dien verleider, neen erger: dien Jood
(hu!) dien Satan-zelf thans tot ze zendt!... Hoe kwam dan deze
voortreffelijke geest zoo neergedaald? Het lijkt een moeilijk probleem,
ma
|