En neen, ik bedenk mij:
waar ge een tooster waart, waart ge toch waarschijnlijk geen echte....
Uw overdrijven van het sentiment, was het wellicht niet anders dan dat
van het overvolle volks-kinderlijke hart, dat zoo onleschbare dorst
heeft om allen lief te hebben, dat het de menschen mooier moet maken,
soms, om ze te kunnen beminnen? En trouwens, die tooster is dan toch,
zoo niet reeds bezweken, toch bezwijkend in u.... Toen hij op Het
Rootland verscheen, dat was in 1911...! Sindsdien.... "Die Schenker
woont in Zijn onnaakbre hallen".... Die Schenker, die ook dat feest gaf,
heeft sedert alsem in den wijn gemengd.... En schonk Hij u niet De zware
Kroon te dragen....? Maar de lippen van den tooster zag ik wit worden
vanwege de bitterheid en het wrange.... Neen, hij zal niet zooveel meer
spreken in en naast u.... En eens laat hij u, den sterken kunstenaar,
alleen....
Juni '18.
* * * * *
[p.126] J.J.L. GREGORY: HET LIED VAN DE ZONDE
Maandag 10 Juni!... In de grondelooze delices mijner andere analytische
en zwaar-critische kunst, het verheven diamantklooven, verzonken; mijn
brandende aandacht gefascineerd door de blanke wereld van een
flonkerenden octaeder, waarin, gelijk een kwade gedachte in een schoonen
geest, een dier zwarte vlekken duistert, dewelke men greinen noemt,
voelt mijn ziel, plots gestoord, zich naar de oppervlakte der
alledaagschheid zweven.... Een tik op de deur.... Ah! er wordt mij een
pakje recensie-exemplaren gebracht. Dan glimlach ik toch; geeuwerig en
lacherig strek ik mij behaaglijk tegen den rug van mijn leunstoel en
door mijn onfeilbare instincten geleid, grijp ik naar dit dun en
diabolisch boekje. Dun: o recensenten-geluk! Diabolisch: waar zou ik
anders naar grijpen, ik, die den tijd, welken ik mijn voortreffelijken
werkgevers duur laat betalen, met het lezen van gedichten verdoe en dan
nog klagerig jank om meer loon; ik, die bij het zien van een
diamantvlekje aan een helsch-zwarte gedachte denk.... En ik ga lezen ...
ik lees deze onsterfelijke regels: "En Paul schreeuwde: Breng me een
jong leven, dat ik het verkrachten kan!" Ik lees: hoe Paul een levende
meeuw de vleugels ontscheurt, en daarmee--o verrukkelijk visioen!--een
heuvel opstormt, en ik knik bewonderend, en denk blij: een Baudelaire't
je en een Lautreamontje.... Maar nog duivelscher dan dit duiveltje denk
ik ook verder en grijns en zie, zie--hoe deze Gregory, dit onnoozele
dwaze schaap, e
|