Jood is een Vlaming, Palestina Vlaanderen
geworden, Bethlehem een Vlaamsch dorpje, Nazareth ligt aan de Nethe en
Gent heet flamingantisch-snedig het Vlaamsch Jerusalem, terwijl zelfs de
rabbijnen tot pastoors verontbesnijdenist en vercelibataird zijn! Spel,
nietwaar? Maar de ernst is die der groote liefde, welke den Beminde
dicht bij zich, in eigen land wilde zien leven. En: dat aanschouwelijk
wordt gemaakt als zelden te voren, hoe men den kern van een zelfde
diep-menschelijk gebeuren gelijkelijk beleven kan in het eene land als
in 't andere, in de eene eeuw als de aer. De eeuwen en de landen zien
wij heengedragen als een licht-vervangbaar decor--het
Goddelijk-menschelijke blijkt het eenige dat is en blijft....--En ernst
in de behandeling van het gegeven--het boek is er vol van, de
kinderlijk-reinste en die eener religieuse overgave.--Met welk een
kracht is Maria's verrukking, als haar de hemelsche verkondiging
gewordt, gebeeld; met welk eene innigheid haar moederliefde, hare zorgen
en angsten en Jozef's toegewijde nederigheid. Spel, schoon
onvermijdelijk, daarentegen weer: de primitieve levenshonger van het
oersterke boeren-Vlaanderen walmt als een rook-vlammende-en-duisterende
toorts er door heen; zijn oude, verkreupelde venten met hun
kou-verweerde bakkesen dwalen over de wegen; men ruikt den geur van
kermissen en poffertjeskramen. Maar, helaas ook een spel, en ditmaal een
zeer overbodig en zeer de stemming brekend, is bijna de geheele
Herodes-episode: dit is geen beelding van Herodes, maar die van een
poesjenellenkelder-vertooning zijner figuur! En niettemin ook daarin,
schoon slechts een oogenblik, fel en echt des konings wanhoop; [p.88]
toch ook daarin dit psychologisch fijnheidje, dat Herodes "de schuld
schudde op zijne vrouw": hadde zij hem kinderen geschonken, hij zou den
moord van Bethlehem niet hebben bevolen. Terwijl in ditzelfde deel van
het boek ons evenzeer treft de weldoende zelfkennis van den auteur,
die--ik zinspeelde er reeds op--zich niet wagend aan eene beschrijving
van dien moord, en die toch ook niet willende missen, haar liet geven
door een Kronijkschrijver van Herodes, die wreed-onverschillig het
gebeuren beziet, en van wien men dus noch de epische kracht noch het
meegevoel verlangt, die men van onzen schrijver zou hebben
geeischt!--Vlaanderen, mogen wij met zekerheid na Pallieter en dit werk
zeggen, is een hoogbegaafd schrijver rijker geworden.--Ook nu staat
boven het vertrapte land een ster, d
|