lk en de decadentie der verfijnden; wanneer zal ik toch
den Eeuwigen Grond benaderen, waaruit heel die wereld van
onafzienbaar-ver fonkelende en elkaar vijandige verscheidenheden
eendrachtig en diepgevoed geboren wordt.
Dec. '17.
* * * * *
[p.86] FELIX TIMMERMANS: HET KINDEKEN JEZUS IN VLAANDEREN
Was het Timmermans' benijdbare bestemming in zijn verrukkelijk Pallieter
een menschenkind tot een god te doen worden, een genieter en god van het
blijde leven--want in waarheid: wie zou in zulk een volkomen-leedlooze
een mensch kunnen herkennen?--In Het Kindeken Jezus, dat wonderlijke,
droom-vage en droom-felle boek, verhaalt hij het begin der oude en
eeuwig-jonge geschiedenis van den God, die mensch werd, eene
geschiedenis zoo oud als de wereld, doch die in de evangelien eens haar
onze westersche wereld meest beinvloedenden vorm vond. Onze schrijver
zou ongetwijfeld de tegenstelling-zelve tusschen deze zijne beide
boeken, tot een magistrale grootheid hebben gevoerd, indien hij na den
Man der Vreugde nu den Man der Smarte hadde gebeeld. Zoo ver en hoog
echter reikte, reeds blijkens den titel van zijn werk, zijn bedoelen
niet. De Christus-tragedie heeft een idyllischen aanvang, en tot dien
aanvang nagenoeg heeft Timmermans zich bepaald: waar zich ook daarmede
reeds het geweldig-tragische vermengde, waagde hij-zelf, gelijk we
zullen zien, zich aan de beelding niet. Moeten wij dit alles betreuren?
Ik betwijfel het. Het vermaarde boek van Buber Die Legende des
Baalschem, schoon vol van het diep-schouwend geestelijk-zien en de
exquis-kunstige beeldende-en verhaal-macht, onverbiddelijk van noode
voor de herschepping van zulk een God-Menschelijk leven, geeft nog
slechts een vermoeden van de dramatische kracht, voor de herschepping
der Christus-figuur vereischt. Zou Timmermans dit alles hebben bezeten?
[p.87] Zouden wij meer hebben gekregen dan de schoonheid, zij het een
rijke of sober-diepe--en ik denk hier aan van Schendel's De Mensch van
Nazareth en ook aan zijn Shakespeare--eener uiterste subjectivatie van
het verheven Object, welke tevens diens transpositie naar een zooveel
lager plan beteekent?... Neen. Want dit boek is niet alleen Ernst, het
is ook een Spel, en ik geloof niet, dat de beelder van Jezus' leven tot
een dergelijk, zij 't edel, spel nog begeerte zou hebben. Reeds in den
compositorischen opzet van het werk treedt dit ernstig-spelen, deze
spelende ernst aan den dag. De
|