FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217  
218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   >>   >|  
n dag, waarop Simon veroordeeld werd tot het schavot en aan Christus en de gerechtigheid zijn leven offerde. XX. Eens vroeg Simon aan Uilenspiegel: --Hebt gij moed, broeder? --Ik heb er genoeg, antwoordde Uilenspiegel, om eenen Spanjaard te geeselen totdat de dood er op volge, om eenen moordenaar te dooden, eenen beul onschadelijk te maken. --Zoudt gij, vroeg de drukker, geduld genoeg hebben om in eenen schoorsteen te blijven, ten einde te luisteren wat in eene kamer gezegd wordt? Uilenspiegel antwoordde: --Wijl ik door de gratie Gods stevige lenden en fiksche beenen bezit, kan ik, als de katten, blijven staan waar ik ben. --Hebt gij geduld en een goed geheugen? vroeg Simon. --De assche van Klaas klopt op mijne borst, antwoordde Uilenspiegel. --Nu, luister, sprak de drukker, neem deze aldus gevouwen speelkaart en ga naar Dendermonde; daar zult gij tweemaal hard en eenmaal zachtjes kloppen aan de deur van het huis, waarvan de gevel hierop is geteekend. Iemand zal opendoen en u vragen of gij de schouwveger zijt; gij zult antwoorden dat gij mager zijt en de kaart niet verloren hebt. En gij zult ze hem toonen. Dan, Thijl, moet gij doen wat er hoeft. Groote rampen zweven over Vlaanderenland. Men zal u eene schouw toonen, gereedgemaakt en geveegd; daar zullen krammen voor uwe voeten zijn en, om te zitten, een berd, dat stevig vastgemaakt is. Als hij, die u binnen liet, u zegt in de schouw te kruipen, zult gij het doen, en gij zult daar stil wachten. Adellijke heeren zullen daar bijeenkomen, in de kamer voor de schouw, waarin gij zijn zult. Het zijn Willem de Zwijger, de prins van Oranje, de graven van Egmond, van Hoorne, van Hoogstraten en Lodewijk van Nassau, de dappere broeder des Zwijgers. Wij, hervormden, willen weten wat die heeren willen en kunnen voor de redding onzer landen. Nu, den eersten April, deed Uilenspiegel zooals hem gezegd was. Hij was tevreden, dat er geen vuur in den heerd brandde en zei tot zich zelven: hoe minder rook hoe scherper het gehoor. Weldra werd de deur van de kamer geopend, en een tocht trok door de schouw. Geduldig verdroeg hij den wind, zeggende: hij zal mijn aandacht aanwakkeren. Vervolgens hoorde hij de heeren van Oranje, van Egmond en de anderen de kamer binnentreden. Zij spraken over hunne vreeze, over de gramschap des konings en over het slecht beheer van 's lands zaken en penningen. Een hunner sprak op bitsen, hoogmoedigen, helderen toon. Het was Eg
PREV.   NEXT  
|<   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217  
218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   >>   >|  



Top keywords:

Uilenspiegel

 

schouw

 

antwoordde

 

heeren

 
willen
 

gezegd

 

Egmond

 

zullen

 
genoeg
 

toonen


Oranje
 
blijven
 

drukker

 

broeder

 

geduld

 

Willem

 

waarin

 

graven

 

Zwijger

 

Hoorne


konings
 

Nassau

 

dappere

 

Lodewijk

 

Hoogstraten

 

Zwijgers

 
slecht
 
bijeenkomen
 

beheer

 
Adellijke

vastgemaakt

 

helderen

 
hoogmoedigen
 

stevig

 

voeten

 
zitten
 
bitsen
 

binnen

 

penningen

 

wachten


hervormden

 

kruipen

 

hunner

 
waarop
 

Geduldig

 
verdroeg
 

geopend

 

Weldra

 

minder

 
scherper