FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254  
255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   >>   >|  
rengen. Soetkin zou op aarde terugkomen en Klaas zou tevreden zijn in het hemelrijk; gij moet ze teruggeven. Doe het vuur weg, de ziel wil er uit, maak een gat, mijn ziel wil er uit. En gedurig wees zij met den vinger naar de plaats, waar het werk heur hoofd verbrand had. Katelijne was nu zeer arm, doch de buren stonden haar bij met boonen, met brood en met vleesch, ai naarvolgens hunne middelen. Ook de disch gaf heur wat geld. En Nele naaide voor de rijke poorteressen, ging uit strijken en verdiende aldus een gulden per week. En Katelijne riep altoos: --Maak een gat, laat mijne ziel er uit. Zij klopt om buiten te zijn. Hij zal de zevenhonderd karolussen teruggeven. En weenend aanhoorde Nele heur waanzinnige reden. XXII. Doch Uilenspiegel en Lamme, met hunne reispassen op zak, trokken een kleine taveerne binnen, tegen de rotsen der Samber gebouwd, die op sommige plaatsen met boomen bedekt zijn. En boven de deur stond te lezen: Bij Marlaire. Zij dronken menige bottel wijn van de Maas, bereid naar de wijze van Bourgondie, en aten veel waterzooi; daarna begonnen zij te praten met den baas, een eersten paapschgezinde, maar die gestadig heimelijk knipoogde, en babbelde als een ekster, ter oorzake van den wijn, dien hij gedronken had. Uilenspiegel, die in de gaten had dat achter dat knipoogen iets schuilde, deed hem nog meer drinken, zoodat de weerd begon te dansen en te schaterlachen. Vervolgens kwam hij weer aan de tafel zitten en sprak: --Goede katholieken, ik drink op uwe gezondheid! --Op de uwe! antwoordden Lamme en Uilenspiegel. Op de uitroeiing van ketters en muitmakers! En Lamme en Uilenspiegel vulden gestadig den beker, dien de weerd dadelijk weer leeg dronk. --Gij zijt brave lieden, en ik drink op uwe gezondheid. Hoe meer ik drink, hoe grooter mijn winst is. Waar zijn uwe passen? --Hier, antwoordde Uilenspiegel. --Geteekend door den hertog, sprak de weerd. Ik drink op den hertog! --Wij drinken op de gezondheid van den hertog, antwoordden Lamme en Uilenspiegel. De weerd vervolgde: --Waarmee vangt men ratten en muizen? Met vallen, niet waar? Wie is de muis? 't Is de groote Oranjeketter, die rood ziet als 't vuur van de hel. God is met ons. Zij komen weldra. He! He! laat ons drinken! Schenkt in; ik kook, ik brand. Laat ons drinken! Heel schoone gereformeerde predikantjes.... Ik herhaal predikantjes, dapper en sterk lijk eiken, onze kloeke soldaten.... Laat ons drinken! G
PREV.   NEXT  
|<   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254  
255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   >>   >|  



Top keywords:

Uilenspiegel

 

drinken

 

hertog

 

gezondheid

 
antwoordden
 

gestadig

 

teruggeven

 

predikantjes

 
Katelijne
 

gereformeerde


katholieken
 
zitten
 

kloeke

 

gedronken

 

oorzake

 

babbelde

 

soldaten

 

ekster

 

schoone

 

knipoogen


schuilde
 

dansen

 

schaterlachen

 

Vervolgens

 

herhaal

 

dapper

 
zoodat
 
uitroeiing
 

achter

 
vulden

muizen

 

weldra

 
vallen
 

ratten

 

vervolgde

 
Waarmee
 
Oranjeketter
 

groote

 

knipoogde

 

lieden


muitmakers

 

dadelijk

 

antwoordde

 
Geteekend
 

passen

 
grooter
 

Schenkt

 

ketters

 

menige

 
middelen