En meteen stak hij
den pastoor twee rijksdaalders in de hand: de parochiepaap stemde
gereedelijk toe.
Dienvolgens begaf Uilenspiegel zich naar de kerk met heel de bruiloft,
en daar trouwde hij, voor den pastoor, met Tanneken, die zoo schoon
en zoo lief, zoo knap en zoo poezel was, dat hij zich moest inhouden
om niet in heure kaken te bijten, die op twee kriekappeltjes geleken.
En hij zeide heur dat hij het maar liet, uit eerbied voor heur lief
en zacht gezichtje. Maar schalksch zei ze:
--Wees toch stil, zie eens hoe Hans u beziet; hij zou u vermoorden!
En een meideken, dat jaloersch was, zei:
Zoek elders, Uilenspiegel, ziet gij niet dat zij bang is voor heuren
minnaar?
Lamme wreef in zijne handen en riep:
--Ge zult ze toch allen niet hebben!
En hij was in zijn schik.
Uilenspiegel droeg geduldig zijn lot en keerde met de bruiloft terug
naar de hoeve. Daar dronk men en zong men en deed hij bescheid met
het jaloersche meideken. Hans was er gansch in zijn schik om, maar
Tanneken niet, en de bruidegom van 't meideken evenmin.
Rond den middag, bij helderen zonneschijn en terwijl een frisch
windeken woei, reden de wagens voort; ze waren gansch versierd met
bloemen en loover, en met wapperende vendels. En ze vertrokken onder
't blijde geschal van pijpen, schalmeien, tamboerijnen en doedelzakken.
In 't kamp van Alva was 't een andere kermis. De posten en
schildwachten bliezen alarm en kwamen achtereenvolgens terug naar
het kamp, zeggende:
--De vijand nadert; wij hebben 't gerucht van pijpen en schalmeien
gehoord, en vendels gezien, 't Is een sterke afdeeling ruiterij die
ons zeker in een hinderlaag wil lokken. Het legerkorps is ongetwijfeld
in aantocht.
Dadelijk deed de hertog de kampmeesters, kolonels en hoplieden
verwittigen, het leger in slagorde stellen en den vijand verkennen.
Plotseling verschenen vier wagens, die op de busschutters toereden. In
de wagens waren de mannen en vrouwen aan 't dansen, bij 't blijde
gerinkel van bottels en glazen en 't luidruchtig geschal van pijpen,
schalmeien, trommelen en doedelzakken.
De bruiloft hield halt, en de hertog van Alva kwam zelf toegeloopen
op het gerucht en zag de jonge bruid op een van de wagens en, naast
heur, Uilenspiegel, heuren bruidegom, met zijn hoed vol bloemen; en
al de boeren en boerinnen waren van de wagens gesprongen en dansten
rond het jonge paar, en noodden de soldaten tot drinken.
Alva en de zijnen waren grootendeels verwonderd
|