FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284  
285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   >>   >|  
nspiegel. --Wanneer beginnen wij te bakken? vroeg Lamme. Wasteele antwoordde: --Gij zult mij eerst een nacht of twee moeten helpen; alleen kan ik mijn werk niet afkrijgen. --Ik heb honger, sprak Lamme, is hier niets te eten? --Er is brood en kaas, antwoordde Wasteele. --Zonder boter? vroeg Lamme. --Zonder boter, sprak Wasteele. --Hebt gij bier of wijn? vroeg Uilenspiegel. --Ik zelf drink er nooit, antwoordde Wasteele; doch als gij er hebben wilt, zal ik er halen in den Pelikaan, hier dichtbij. --Ja, sprak Lamme, en breng meteen wat hesp mee. --Ik zal doen wat gij vraagt, sprak Wasteele, die Lamme met groote verachting bekeek. Toch bracht hij dobbelen klauwaard en hesp. En, van genoegen, at Lamme voor vijven. En hij sprak: --Wanneer beginnen wij te werken? --Dezen nacht, sprak Wasteele, maar blijft in de smidse en wees niet bevreesd voor mijne gasten. Het zijn hervormden lijk gij. --Dat gaat mij, sprak Lamme. 's Nachts, als de slaapklokken geluid hadden en de poorten gesloten waren, deed Wasteele zich helpen door Uilenspiegel en Lamme, om uit den kelder zware pakken wapenen naar zijne werkplaats te dragen. --Hier zijn, sprak hij, twintig bussen, die moeten hersteld, dertig lanspunten, die moeten geslepen worden, en lood om vijftienhonderd kogels te gieten; gij gaat mij helpen. --Met mijn beide handen! antwoordde Uilenspiegel. Waarom heb ik er geen vier om u behulpzaam te wezen! --Lamme zal ons helpen, sprak Wasteele. --Ja, antwoordde Lamme op jammerlijken toon, want hij viel van den vaak, ter oorzake van het overvloedig eten en drinken. --Gij zult het lood gieten, sprak Uilenspiegel. --Ik zal, sprak Lamme. Lamme smolt zijn lood en goot zijn kogels, doch grimmig bekeek hij smid Wasteele, die hem dwong op te blijven, terwijl hij zoo'n slaap had. Hij goot de kogels, maar hij had grooten lust het gesmolten lood over het hoofd van smid Wasteele te gieten. Doch hij hield zich in. Rond middernacht werd hij, oververmoeid, door razernij overvallen en, terwijl smid Wasteele en Uilenspiegel geduldig zweerden, bussen en lanspunten slepen, hield hij met sissende stem de volgende rede: --Daar staat gij nu, mager, bleek en schraal, met uw vast vertrouwen in de prinsen en in de grooten der aarde; door overdreven ijver, veronachtzaamt gij uw lichaam, uw edel lichaam, dat gij laat vergaan van ellende en zelfvernedering. Daarom is het niet, dat de goede God u schiep. Vergeet niet
PREV.   NEXT  
|<   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284  
285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   >>   >|  



Top keywords:

Wasteele

 

antwoordde

 
Uilenspiegel
 

helpen

 

gieten

 
kogels
 
moeten
 
bekeek
 

terwijl

 

lichaam


lanspunten
 

Wanneer

 

beginnen

 
grooten
 
bussen
 
Zonder
 
blijven
 

jammerlijken

 

behulpzaam

 
Waarom

drinken

 

grimmig

 

overvloedig

 

oorzake

 

volgende

 
overdreven
 

prinsen

 

vertrouwen

 

schraal

 

veronachtzaamt


schiep

 

Vergeet

 
Daarom
 

zelfvernedering

 

vergaan

 

ellende

 

middernacht

 
oververmoeid
 

razernij

 

gesmolten


overvallen

 

geduldig

 

handen

 

zweerden

 

slepen

 
sissende
 
poorten
 

meteen

 

dichtbij

 

Pelikaan