FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316  
317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   >>   >|  
us en Nikolaas, dien Uilenspiegel de les had gespeld, waren voor den kastelein van Kortrijk verschenen, want het gedruisch, het geweld en de plundering moesten door hem gestraft worden, daar het huis van Stevenijne in de kasselrij, buiten den bijvang der stad Kortrijk lag. Nadat zij aan den kastelein het gebeurde hadden verteld, zeiden zij hem met de innigste overtuiging en de nederigste oprechtheid: --De moordenaars van de predikanten zijn geenszins Uilenspiegel en zijn trouwe vriend Lamme Goedzak, die maar naar den Regenboog gekomen waren om zich te vermaken. Zij hebben zelfs reispassen van den hertog en wij hebben die met eigen oogen gezien. De twee schuldigen zijn twee kooplieden van Gent, een magere en een heel dikke, die naar Frankrijk getogen zijn, nadat zij alles aan stukken hebben geslagen bij Stevenijne, dewelke zij medegenomen hebben met heure vier meidekens, voor hun pleizier. Wij hadden ze wel bij den kraag gepakt, doch daar waren zeven beenhouwers in het kot, van de sterksten der stad, die voor de booswichten aantrokken. Zij hebben ons allen gekneveld en ons maar losgelaten als zij verre in Frankrijk waren. Hier ziet gij nog het merk van de koorden. De vier andere serjanten zijn achter hunne hielen, en wachten op versterking, om de hand op hen te leggen. De kastelein gaf hun elk twee karolussen en een nieuw kleed, als belooning voor hun trouwe en eerlijke diensten. Vervolgens schreef hij naar den raad van Vlaanderen, naar de schepenbank van Kortrijk en naar andere vierscharen om hun kond te doen, dat de ware moordenaars ontdekt geweest waren. En hij legde de zaak uiteen van 't begin tot het einde. Dat deed al die van den Raad van Vlaanderen en van de smalle vierscharen sidderen en beven. En de kastelein werd om zijne scherpzinnigheid geloofd en geprezen. En Uilenspiegel en Lamme gingen ongehinderd op den weg van Petegem naar Gent, langsheen den oever der Leie; van deze laatste stede zouden zij zich begeven naar Brugge, alwaar Lamme zijn vrouw hoopte weder te vinden, en naar Damme, alwaar Uilenspiegel reeds had willen zijn, om Nele te zien, die treurig leefde bij de uitzinnige Katelijne. XXXVI. Sedert lang werden er, in het land van Damme en in de omstreken, afschuwelijke gruweldaden gepleegd. Meidekens, jonge knapen, oude mannen, die met geld naar Gent, Brugge of andere steden of dorpen van Vlaanderen waren gegaan, werden dood gevonden op den weg, naakt als pieren, den hals door
PREV.   NEXT  
|<   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316  
317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   >>   >|  



Top keywords:
hebben
 

kastelein

 
Uilenspiegel
 

Kortrijk

 

andere

 

Vlaanderen

 
trouwe
 

vierscharen

 
Brugge
 
moordenaars

alwaar

 

Frankrijk

 

hadden

 

Stevenijne

 

werden

 
dorpen
 

uiteen

 

scherpzinnigheid

 

sidderen

 

smalle


geweest

 

schreef

 
pieren
 

Vervolgens

 
diensten
 

belooning

 
eerlijke
 

schepenbank

 

ontdekt

 
steden

gevonden
 

gegaan

 

gruweldaden

 

willen

 

afschuwelijke

 

gepleegd

 

vinden

 

Meidekens

 

omstreken

 

Katelijne


uitzinnige

 

treurig

 

leefde

 
hoopte
 
Petegem
 

langsheen

 

mannen

 

Sedert

 

geprezen

 
gingen