FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293  
294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   >>   >|  
eel geen groot bewijs van vertrouwen als ik u zeg: "Spelle wordt gehangen?" Met dat woord alleen kunt gij mij doen hangen voor hem. --Inderdaad, antwoordde zij. --Dus, hernam Uilenspiegel, haal mij wat goede klei, een dobbele pint bruinbier, klaar water en eenige sneden ossevleesch. Alles moet afzonderlijk zijn. ... Het vleesch is voor mij, het bruinbier voor het vleesch, het water voor de klei en de klei voor het konterfeitsel. Uilenspiegel at en dronk, terwijl hij de klei kneedde; soms at hij er wel een brokje van, doch daar sloeg hij geen acht op, want heel aandachtig beschouwde hij het konterfeitsel van Boelkin's broeder. Toen de klei gekneed was, maakte hij daarvan een masker, met een neus, eenen mond, oogen en ooren, dat zulke groote gelijkenis had met de trekken van den doode, dat Boelkin er oprecht over verwonderd was. Daarna legde hij het masker in den oven te drogen. Toen het droog was, beschilderde hij het met de kleur van de lijken, met verwilderde oogen en een pijnlijk en getrokken gelaat, als dat van een zieltogende. Toen was het meideken niet meer verwonderd, doch ze bekeek het masker, zonder er van de oogen te kunnen slaan; ze werd bleek, ontstelde, bedekte heur gezicht met de handen, en huiverend sprak zij: --Hij is het, mijn arm Michielken! Met klei maakte Uilenspiegel ook twee bloedige voeten. Boelkin, die van heur eersten schrik bekomen was, zei op plechtigen toon: --Gezegend is hij, die den moordenaar zal vermoorden. Uilenspiegel nam het masker en de voeten en sprak: --Nu moet ik iemand hebben, die mij wil helpen. Boelkin antwoordde: --Ga naar de Blauwe Gans, bij Joost Lansaem van Ieperen, dewelke deze taveerne houdt. Hij was de beste kameraad, de trouwste vriend van mijn ongelukkigen broeder. Zeg hem, dat het Boelkin is, die u zendt. Uilenspiegel deed zooals zij hem heette. Na zijn dagelijksch werk voor den dood, ging provoost Spelle 's avonds in de Valk warmen dobbelen klauwaard drinken, die gekookt was met kaneel en met Madeira-suiker. Uit vreeze van gehangen te worden, dorst men hem, in de afspanning, niets weigeren. Pieter de Roose, die weer moed gevat had, was naar Meulestede teruggekeerd. Overal volgde hij Spelle en zijne beulsknechten, om door hen beschermd te worden. En Spelle trakteerde hem soms. En samen dronken zij blijde met het geld der onschuldige slachtofferen. Maar de taveerne de Valk werd niet meer bezocht zooals in de schoone dagen dat
PREV.   NEXT  
|<   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293  
294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   >>   >|  



Top keywords:

Uilenspiegel

 
Boelkin
 
Spelle
 

masker

 
konterfeitsel
 
verwonderd
 

vleesch

 

broeder

 

zooals

 

taveerne


maakte

 

worden

 
antwoordde
 

gehangen

 
voeten
 

bruinbier

 

vermoorden

 
ongelukkigen
 

Gezegend

 

moordenaar


heette

 

kameraad

 

Blauwe

 

helpen

 

Lansaem

 
Ieperen
 

dewelke

 

vriend

 
hebben
 

iemand


trouwste

 

dagelijksch

 

suiker

 

beschermd

 
beulsknechten
 

Meulestede

 

teruggekeerd

 

Overal

 

volgde

 
trakteerde

bezocht
 
schoone
 

slachtofferen

 

onschuldige

 

dronken

 

blijde

 

klauwaard

 

drinken

 
gekookt
 

kaneel