FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274  
275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   >>   >|  
--Ik drink op den leeuwerik, het zinnebeeld der vrijheid! Uilenspiegel sprak: --Ik drink op den haan, die oorlog kraait! Lamme sprak: --Ik drink op de gezondheid mijner vrouw; mocht dorst de welbeminde nooit kwellen! --Gij gaat langs de Noordzee naar Emden, zei Uilenspiegel tot den schipper. Emden is eene schuilplaats voor ons. --De zee is groot, sprak de schipper. --Groot voor 't gevecht, antwoordde Uilenspiegel. --God is met ons, zei de schipper. --Wie dan kan tegen ons zijn? hernam Uilenspiegel. --Wanneer vertrekt gij? vroeg Sterke Pier. --Dadelijk, antwoordde Uilenspiegel. --Goede reis en den wind van achteren. Neem dit kruit en deze kogelen. De schipper gaf hun den afscheidskus en deed hun uitgeleide, nadat hij de beide ezelen als lammekens op zijne schouders aan wal had gebracht. Lamme en Uilenspiegel stegen op hunne grauwtjes en begaven zich op weg. Zij reden naar Luik. --Mijn jongen, vroeg Lamme onderwege aan Uilenspiegel, hoe is het mogelijk, dat een zoo sterke gespierde kerel zich zoo wreedelijk liet afrossen door iemand lijk ik? --Dit deed hij, antwoordde Uilenspiegel, opdat de vreeze u zou voorafgaan in alle oorden, waarheen wij ons zullen begeven. Dat is een veiliger geleide dan twintig landsknechten te zamen. Wie dan zou voortaan nog een minachtend woord durven richten tot Lamme den sterke, tot den zegevierenden Lamme; tot Lamme den stier, die zijn gelijken niet heeft, die, onder eens iegelijks oogen, met eenen stoot met den kop, Sterken Pier nedervelde, Sterken Pier, die ezelen op zijne schouderen draagt alsof het lammekens waren en geheele bierwagens opheft? Iedereen kent u hier reeds. Gij zijt de geduchte Lamme, de onoverwinbare Lamme, en in de schaduw uwer bescherming, rijd ik onbevreesd door. Op den weg, dien wij zullen volgen, zal iedereen u kennen, niemand zal zich durven vermeten u scheef te bezien en, gezien de lafheid der mannen, zult gij nergens op uwen weg iets anders aantreffen dan nederige buigingen, groeten, loftuitingen en de algemeene achting, ter eere van de spierkracht uwer geduchte vuisten. --Gij spreekt goed, mijn jongen, zeide Lamme, die zich stijf in den zadel hield. --En ik spreek waarheid, ging Uilenspiegel voort. Ziet gij die nieuwsgierige gezichten aan de eerste huizen van het dorp? Men toont elkander Lamme, den schrikverwekkenden overwinnaar. Ziet gij die mannen u bekijken met afgunst, en die lafhertige weekelingen hunne muts afnemen
PREV.   NEXT  
|<   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274  
275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   >>   >|  



Top keywords:

Uilenspiegel

 

schipper

 
antwoordde
 

mannen

 

lammekens

 
jongen
 
ezelen
 
sterke
 

zullen

 

Sterken


durven
 

geduchte

 

bekijken

 
overwinnaar
 
opheft
 
Iedereen
 
onoverwinbare
 

schaduw

 

onbevreesd

 
bescherming

schrikverwekkenden

 

gelijken

 

elkander

 

bierwagens

 

afgunst

 
weekelingen
 

nedervelde

 

schouderen

 

geheele

 

lafhertige


afnemen

 

draagt

 
iegelijks
 

spierkracht

 

achting

 

algemeene

 

nederige

 
buigingen
 

groeten

 

loftuitingen


vuisten

 

spreekt

 

spreek

 

aantreffen

 

anders

 
vermeten
 
scheef
 

bezien

 

niemand

 

waarheid