FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281  
282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   >>   >|  
aressen van de godin der liefde, zoo gij met uwen mond, uwe handen, uwe vurige oogen niet bij machte zijt de mannen te verleiden. En om uwe onnoozelheid wordt gij zonder mededoogen gegeeseld! Op die rede, begonnen de vrouwen en meidekens te beven en blonk Lamme's gezicht van vreugde. --Nu, vrouwtjes, sprak hij schertsend, welke mare brengt gij mede van het land der striemende zweepen? Ik zal der bazinne de moeite sparen en zelf om de wacht gaan. Deze zal haren plicht doen en ik wil met pleizier een handeken toesteken. Alle baten helpen. Doch een aanvallig meideken van een vijftiental jaren viel op hare knieen voor Lamme. --Heer, sprak zij, gij ziet mij hier wel nederig en gelaten voor uwe voeten; doch als gij niemand onzer wilt kiezen, moet ik om uwent wille gegeeseld worden; is dat rechtveerdig? En de bazinne daar, zal mij in een leelijken, donkeren kelder steken, onder de Schelde, waar het water van de muren zijpelt en waar ik slechts roggebrood te eten zal krijgen. --Zou zij werkelijk om mijnent wille gegeeseld worden, mevrouw de bazinne? vroeg Lamme onthutst. De bazinne bevestigde: --Tot bloedens toe gegeeseld. Lamme aanschouwde toen het meideken en sprak: --Gij zijt lief, gij zeit frisch, uw blanke schouderen komen als rozeblaadjes uit op uw kleed; ik wil niet dat die donzige huid, onder dewelke zulk jeugdig bloed vloeit, lijde onder de slagen der zweep; dat die heldere, flikkerende oogen weenen ter oorzake van de smerte der slagen; dat de wakke killigheid des gevangs dat goddelijk lichaam doe beven. Dienvolgens heb ik liever u te verkiezen, dan te weten dat gij om mijnent wille geslagen wordt. Het meideken leidde hem mede. En zoo zondigde hij, gelijk hij deed heel zijn leven, uit goedhertigheid. XXIX. Uilenspiegel en Lamme stapten op naar Gent en kwamen met de ochtendschemering omtrent Lokeren. Frissche, witte dampen zweefden over de weiden. De beide wandelaars kwamen voorbij eene smidse en Uilenspiegel schuifelde lijk de leeuwerik, de vogel der vrijheid. En dadelijk vertoonde zich een man met witte, lange haren, voor de deur van de smidse, en terstond bootste hij het dapper gekraai van den haan na. Uilenspiegel zeide tot Lamme: Dat is smid Wasteele, die ploegscharen maakt, het ijzer smeedt als het warm is om er schoone hekken voor kerkkoren van te verveerdigen, en zeer dikwijls, 's nachts, wapenen smeedt en slijpt voor de soldaten van het vrije geweten. Hij is vet no
PREV.   NEXT  
|<   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281  
282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   >>   >|  



Top keywords:

gegeeseld

 

bazinne

 
meideken
 

Uilenspiegel

 

mijnent

 
smidse
 
worden
 
kwamen
 

slagen

 

smeedt


gelijk
 

zondigde

 

goedhertigheid

 
stapten
 
dewelke
 
killigheid
 
vloeit
 

gevangs

 

smerte

 
flikkerende

heldere

 

weenen

 

oorzake

 

goddelijk

 

lichaam

 
jeugdig
 

geslagen

 

verkiezen

 

Dienvolgens

 

liever


leidde

 

schuifelde

 
schoone
 

ploegscharen

 

Wasteele

 

hekken

 

kerkkoren

 
geweten
 

soldaten

 

slijpt


verveerdigen

 

dikwijls

 

nachts

 

wapenen

 

wandelaars

 
voorbij
 
weiden
 

Lokeren

 

omtrent

 

Frissche