FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225  
226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   >>   >|  
oogen zag, was de proost gewoon te negen uren het noenmaal en te vier uren het avondmaal te nemen. Hij bleef slapen tot halfnegen; vervolgens, alvorens te eten, deed hij een ronde in zijne kerk, om te zien of de offerblokken voor den arme goed gevuld waren. En hij stak de helft der ontvangst in zijn tassche. Te negen uren nuttigde hij een kom melk, een halven bout, een reigerspasteitje, besproeid met vijf bekers Brusselschen wijn. Te tien uren nam hij eenige pruimen met daarbij wat Orlans-wijn, en bad hij God dat Hij hem steeds voor gulzigheid zou behoeden. 's Middags knabbelde hij als tijdverdrijf eenen vleugel en de stuit van een kieken. Een uur daarna dronk hij, in afwachting van 't avondmaal, een grooten beker Spaanschen wijn; vervolgens legde hij zich te bed, om zich door een middagslaapje te verkwikken. Wakker geworden, at hij een stuksken zalm en dronk hij een grooten beker Antwerpschen dobbelen knol, om zijn eetlust te scherpen. Vervolgens ging hij naar de keuken, en daar zette hij zich neer voor het schoon houtvuur, dat in den heerd flikkerde. Hij zag het groot stuk kalfsvleesch of het speenverkentje voor de monniken der abdij braden en bruineeren. Hij had er in gebeten, zoo lekker scheen het. Maar de eetlust ontbrak hem een weinig. En hij bewonderde het braadspit, dat van zelf ronddraaide. Het was werk van Pieter van Steenkiste, den smid, wonende in de kasselrij Kortrijk. De proost had elk dier braadspitten met vijftien pond parisis betaald. Vervolgens keerde hij terug naar zijn bed, alwaar hij insluimerde, uit vermoeienis. Daarna werd hij weder wakker om een weinig verkensgelei te nemen met een slokje Romagne-wijn van tweehonderd veertig gulden het stuk. Te drie uren peuzelde hij een vogelken met Madeirasuiker, besproeid met twee glaasjes Malvezij van zeventien gulden het pijpje. Te half vier at hij een halven pot confituur, begoten met mede. Goed wakker, nam hij toen een zijner voeten in de handen en bleef hij in diepe overweging zitten rusten. Als de tijd van 't avondmaal daar was, kwam de pastoor van Sint Jans hem dikwijls bezoeken op dit genoeglijk uur. Soms wedden zij om 't meeste visch, gevogelte, wild of vleesch te eten. En die 't eerste vol was, moest karbonaden betalen, die volgens den toen heerschenden smaak moesten bereid zijn met drie soorten warmen wijn, vier soorten specerijen en zeven soorten groenten. Terwijl zij dus dronken en aten, spraken zij samen over de ketteren, die men, na
PREV.   NEXT  
|<   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225  
226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   >>   >|  



Top keywords:

avondmaal

 

soorten

 

grooten

 

halven

 

wakker

 
gulden
 

proost

 

Vervolgens

 

eetlust

 
besproeid

vervolgens

 

weinig

 
pijpje
 

vijftien

 

zeventien

 

Madeirasuiker

 

glaasjes

 

Malvezij

 

confituur

 
wonende

braadspitten

 

begoten

 

parisis

 

verkensgelei

 

slokje

 

Romagne

 

vermoeienis

 
kasselrij
 

Daarna

 

tweehonderd


insluimerde

 

keerde

 

betaald

 

peuzelde

 
Kortrijk
 

veertig

 

alwaar

 

vogelken

 
bezoeken
 
heerschenden

moesten

 

bereid

 

warmen

 

volgens

 

betalen

 

eerste

 

karbonaden

 
specerijen
 

ketteren

 

spraken