FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239  
240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   >>   >|  
en en heerlijkheden te krijgen; voor vijfhonderd duizend gulden verlaat hij de dappere heeren, die strijden voor onze landen. De hertog heeft hem algeheele kwijtschelding doen aanbieden met belofte en eed, al de hooge legerhoofden weer in 't bezit hunner goederen te stellen, als zij zich onderwerpen aan den koning. Oranje gaat alleen met hem onderhandelen. --'s Zwijgers getrouwen antwoordden ons: --De voorstellen des hertogen zijn een verraderlijke strik, waarin de prins geenszins zal vallen; hij kent 't lot van Egmond en Hoorne. Zij weten wel dat kardinaal Granvelle zegde, toen hij te Rome de aanhouding der graven vernam: Men vangt de twee blieken, maar men laat den snoek ontsnappen; men heeft niets gevangen, zoolang men den Zwijger niet heeft. --De verdeeldheid is dus groot in het kamp? vroeg de boer. --De verdeeldheid is groot, zeiden zij, en wordt elken dag grooter. Waar zijn de brieven? Zij gingen de hut binnen, alwaar zij eene lanteerne aanstaken. Door een klein venster loerend, zag Uilenspiegel hen twee verzegelde brieven openen, die lezen met merkbare vreugde, een glas wijn drinken en eindelijk weggaan, in het Spaansch tot den boer zeggende: --Kamp verdeeld, Oranje genomen. Daar zal een ferme beker afmogen. --Die, sprak Uilenspiegel in zich zelven, die mogen in't leven niet blijven. In den dikken nevel gingen zij buiten. Uilenspiegel zag den boer hun eene lanteerne brengen. Het licht der lanteerne werd somtijds verduisterd door een zwarte gedaante. Uilenspiegel leidde daaruit af, dat zij achter elkander gingen. Hij laadde zijn vuurroer en schoot naar de zwarte gedaante. Toen zag hij de lanteerne verscheidene reizen op en neer gaan; hij maakte eruit op, dat een van beiden gevallen was en de andere wilde weten waar hij gewond was. Hij wapende zijn vuurroer opnieuw. Als hij de lanteerne vlug en slingerend in de richting des kamps zag voortgaan, schoot hij opnieuw. De lanteerne waggelde, viel ten gronde en doofde uit. Uilenspiegel liep naar het kamp, maar hij kwam den provoost tegen met een menigte soldaten, die de vuurschoten hadden gewekt en hij zei hun: --Ik ben de jager, het wild ligt ginder, gaat het maar oprapen. --Lustige Vlaming, sprak de provoost, wat beteekenen uwe woorden? --Woorden zijn wind, antwoordde Uilenspiegel, doch lood blijft in het lijf der verraders. Maar volgt mij. En, met hunne lanteernen, bracht hij hen ter plaatse waar de twee mannen gevallen waren. Werkeli
PREV.   NEXT  
|<   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239  
240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   >>   >|  



Top keywords:

lanteerne

 

Uilenspiegel

 

gingen

 

provoost

 

opnieuw

 
brieven
 

gedaante

 

zwarte

 

vuurroer

 
schoot

verdeeldheid

 

gevallen

 
Oranje
 

elkander

 

daaruit

 

lanteernen

 

achter

 

reizen

 

blijft

 
verscheidene

laadde

 

verraders

 

leidde

 

plaatse

 

dikken

 

buiten

 

blijven

 
Werkeli
 

zelven

 

brengen


mannen

 

antwoordde

 

verduisterd

 

somtijds

 
bracht
 

woorden

 

gronde

 

doofde

 
waggelde
 
voortgaan

afmogen

 

soldaten

 

vuurschoten

 

hadden

 

menigte

 

richting

 

beiden

 
beteekenen
 

maakte

 

Woorden