FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128  
129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   >>   >|  
nspiegel op zijn ezel door de landen en sompen van den hertog van Lunenburg, het Watersignoorken, zooals de Vlamingen hem heetten. Jef gehoorzaamde Uilenspiegel als een hondje, dronk bruinbier, danste beter dan een Hongaarsche dansmeester en legde zich, bij het minste teeken, op den rug met de vier pooten omhoog. Uilenspiegel wist dat de hertog van Lunenburg--verbolgen omdat hij, te Darmstadt, in tegenwoordigheid van den landgraaf van Hessen, met hem den spot had gedreven--hem op straffe van den strop den toegang tot zijn grondgebied ontzegd had. Plotseling zag Uilenspiegel Zijne Hertogelijke Hoogheid in persoon aankomen en mits hij zijn geweldig karakter kende, werd hij bang. Hij sprak tot zijn ezel: --Jef, jongen, daar komt de hertog van Lunenburg. Aan den hals voel ik een groote krieuweling; nu, Jef, ik zou niet geerne gehangen worden. Gedenk dat wij broeders in ellende en in lange ooren zijn; gedenk ook welk een goeden vriend gij aan mij zoudt verliezen. En Uilenspiegel wischte zich de oogen en Jef begon te balken. --Wij leven samen gelukkig, vervolgde Uilenspiegel, of rampspoedig, naarvolgens de omstandigheden; gedenk dat, Jef!--De ezel balkte voort, want hij had honger.--En nooit zult ge mij vergeten, sprak zijn meester, want welke liefde is sterker dan die, welke dezelfde vreugde beleeft en denzelfden rampspoed beweent? Jef, jongen, gij moet u op den rug leggen. De zachtaardige ezel deed wat zijn meester begeerde en de hertog zag hem met de vier pikkels omhoog liggen. Uilenspiegel zette zich neer op den buik van den ezel. --Wat doet gij daar? sprak de hertog. Weet gij dan niet dat ik, bij mijn laatste plakkaat, u verboden heb uwe stoffige voeten in mijne gewesten te zetten? Uilenspiegel antwoordde: --Genadige heer, heb erbarming met mij. En naar zijn ezel wijzend: --Gij weet wel, heer, dat hij, die tusschen zijne vier palen woont, bij wet en recht immmer vrij is. De hertog antwoordde: --Verlaat mijne gewesten of gij zult sterven! --Genadige heer, antwoordde Uilenspiegel, met een paar gulden zou ik er rapper buitenrollen. --Nietdeug, sprak de hertog, het is u niet genoeg ongehoorzaam te zijn, ge vraagt er mij nog geld bij! --Ik moet het wel vragen, heer, mits ik het niet nemen kan. De hertog gaf hem een gulden. Toen sprak Uilenspiegel tot zijn ezel: --Jef, sta op en groet Zijne Hoogheid. De ezel stond op en begon te balken. Toen gingen beiden hun weg. LXI.
PREV.   NEXT  
|<   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128  
129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   >>   >|  



Top keywords:
Uilenspiegel
 

hertog

 

Lunenburg

 
antwoordde
 
balken
 
gedenk
 

jongen

 

Hoogheid

 

Genadige

 

gewesten


gulden
 
meester
 

omhoog

 

stoffige

 

voeten

 

teeken

 

verboden

 

laatste

 

plakkaat

 

minste


zetten
 

erbarming

 

wijzend

 
nspiegel
 

dansmeester

 
hondje
 
leggen
 

zachtaardige

 

beweent

 

rampspoed


beleeft

 

denzelfden

 
liggen
 
begeerde
 

pikkels

 
vragen
 

vraagt

 

bruinbier

 

beiden

 

gingen


ongehoorzaam

 

genoeg

 
immmer
 

Hongaarsche

 
tusschen
 
Verlaat
 

rapper

 

buitenrollen

 
Nietdeug
 

danste