FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144  
145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   >>   >|  
jne gelijken in ketterije plegen te doen. Klaas scheen zijne reden goed te keuren. Voorzeker spraken zij die dagen, avonden en nachten smadelijk over de misse, de biecht, de aflaten en Zijne Koninklijke Majesteit.... --Niemand heeft dat gehoord, sprak Klaas, en zonder bewijzen mag men mij daarvan niet beschuldigen! De griffier hernam:--Men heeft andere dingen gehoord. Als de vreemdeling den zevenden dag omtrent den valavond vertrok, hebt gij hem uitgeleide gedaan tot aan den paalsteen van Katelijne's akker. Daar vroeg de vreemdeling u wat gij gedaan hadt met de leelijke afgodenbeelden--en de baljuw sloeg een kruis--van de Allerheiligste Maagd, van Sint-Nikolaas en van Sint-Maarten? Gij antwoordet dat gij ze gebroken en in den put gesmeten hadt. Zij werden inderdaad, verleden nacht, in uwen put gevonden, en de stukken ervan liggen in de folterkamer. Op die rede scheen Klaas verstomd. De baljuw vroeg hem of hij niets te antwoorden had; Klaas zegde van neen. De baljuw vroeg hem of hij de vermaledijde gedachte niet herroepen wilde, die hem de beelden had doen breken, alsmede de goddelooze doling dewelke hem smadelijke woorden ten opzichte van Zijne Goddelijke Majesteit en ten opzichte van Zijne Koninklijke Majesteit had doen uitspreken. Klaas antwoordde dat zijn lijf aan Zijne Koninklijke Majesteit, maar dat zijn geweten aan Christus behoorde, wiens wet hij wilde opvolgen. De baljuw vroeg hem of die wet diegene van de Heilige Kerk was. --Zij staat geschreven in de Heilige Schrift, antwoordde Klaas. Aangemaand te antwoorden op de vraag of de Paus de Stadhouder van Christus op dees aarde is, sprak hij: --Neen! --Ondervraagd of hij geloofde dat het verboden was de beelden van de Heilige Maagd en van de Heiligen te aanbidden, antwoordde hij, dat het afgoderij was. Ondervraagd over het stuk of de oorbiecht goed is en heilzaam, antwoordde hij: --Christus heeft gezegd: Belijdt uwe zonden aan malkander. Hij was kloekmoedig in zijne antwoorden, hoewel hij in den grond treurig en angstig scheen. Acht uren had de klok geslagen en de avond viel: de heeren der rechtbank stelden de uitspraak uit tot den volgenden dag. LXXI. In Katelijne's hut weende Soetkin, waanzinnig van smerte. En gedurig sprak zij: --Mijn man! mijn arme man! Uilenspiegel en Nele omhelsden heur met oneindige teederheid. Zij drukte hen toen in heure armen en weende in stilte. Dan deed zij hun teeken heur alleen te laten. Ne
PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144  
145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   >>   >|  



Top keywords:
Majesteit
 

baljuw

 

antwoordde

 
Koninklijke
 
Heilige
 
Christus
 

antwoorden

 

scheen

 

gedaan

 

Katelijne


weende
 
opzichte
 

beelden

 

Ondervraagd

 

gehoord

 

vreemdeling

 

verboden

 

Heiligen

 

stilte

 

geloofde


aanbidden
 

gezegd

 

Belijdt

 
heilzaam
 

oorbiecht

 
afgoderij
 
gelijken
 

opvolgen

 

diegene

 

ketterije


geschreven

 

Schrift

 
Stadhouder
 
zonden
 

alleen

 
Aangemaand
 

teeken

 

kloekmoedig

 

oneindige

 

volgenden


drukte

 

teederheid

 
omhelsden
 

Soetkin

 
gedurig
 
smerte
 

waanzinnig

 

Uilenspiegel

 
uitspraak
 

stelden