rluchtige vorst, in
naam des Pausen maait de Dood de krachtigste mannen, de bevalligste
vrouwlieden van Vlaanderenland; zijne privileges zijn verbroken, zijne
keuren vernietigd, de hongersnood ondermijnt het, zijne wollenwevers
verlaten het, om in den vreemde vrijen arbeid te zoeken. Het zal
sterven, als men het niet ter hulpe komt. Ik ben maar een arme
nieteling, die op de wereld kwam als een iegelijk, leefde als hij
kon, onvolmaakt, bekrompen, onwetend, geenszins deugdzaam, en de
menschelijke of goddelijke gratie teenemaal onweerdig. Doch Soetkin
stierf ten gevolge van de pijnen der tortuur en van droefheid, en
Klaas werd in een schrikkelijk vuur verbrand. Ik wilde hen wreken,
en ik deed het eenmaal; ik wilde dien bodem, bezaaid met de beenderen
zijner telgen, gelukkig zien, en vroeg aan God den dood zijner beulen,
maar hij aanhoorde mij niet. Moede van klagen, aanriep ik u door de
tooverkracht van Katelijne, en wij vallen u te voet, mijn bevende
gezellinne en ik, om u te bidden dit rampzalige land te verlossen.
De vorst en zijne vrouwe antwoordden samen:
Door den krijg en door het vuur,
Door den dood en door het zweerd,
Zoek de Zeven.
In den dood en in het bloed,
In de puinen en de tranen,
Vind de Zeven.
Leelijk, wreede, boos, wanstaltig.
Echte geesels der arme aarde,
Brand de Zeven.
Wacht, luister en zie,
Zeg ons, kleine, zijt ge in uw schik niet?
Vind de Zeven.
En al de geesten zongen samen:
In den dood en in het bloed,
In de puinen en de tranen,
Zoek de Zeven.
Wacht, luister en zie,
Zeg ons, kleine, zijt ge in uw schik niet?
Vind de Zeven.
--Maar, sprak Uilenspiegel, Hoogheid en gij, heeren geesten, ik
begrijp niets van uwe tale. Zeker spot gij met mij.
Doch zonder hem te aanhooren, gingen zij voort:
Raakt het Noorden
Kussend het Westen
Rampspoed is uit.
Vind de Zeven
En den Gordel.
En dat met zooveel overeenstemming en machtigen maatklank, dat de aarde
beefde en de hemelen sidderden. En de vogelen floten, de raven krasten,
de musschen tjilpten, de nachtuilen kloegen en vlogen uitzinnig in
het ronde. En de dieren der aarde, leeuwen, slangen, beren, herten,
gemsen, wolven, honden en katten brulden, sisten, bromden, schreeuwden,
huilden, jankten, mauwden verschrikkelijk.
En de geesten zongen:
Wacht, luister en zie,
Heb de Zeven lief
En den Gor
|