FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181  
182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   >>   >|  
wijn, Thijl, 'k zal na u drinken.--Ha! waarom is zij niet dood! Ik deed alles in huis, om heur den minsten arbeid te sparen: ik veegde den vloer, maakte het huwelijksbed, in hetwelk zij zich 's avonds behaaglijk uitstrekte, ik waschte de schotels, alsmede het linnen, hetwelk ik zelven ook streek.--Eet, Thijl, 't is Gentsche worst.--Soms, als zij gaan wandelen was, kwam zij te laat naar huis voor het noenmaal, maar heur zien was zulk een groote vreugde voor mij, dat ik niet kijven dorst, hoogst gelukkig nog, als ze mij 's nachts den rug niet toekeerde. Ik heb alles verloren.--Drink dien wijn, Thijl, 't is Brusselsche wijn, bereid naar de wijze van Bourgondie. --En waarom liet zij u zitten? vroeg Uilenspiegel. --Weet ik het? hernam Lamme Goedzak. Waar is de tijd, als ik ten narent kwam om heure hand te vragen, en zij vluchtte,--uit vreeze en uit liefde? Als heure armen bloot waren, schoone, ronde, en blanke armen, sloeg zij plotseling heure mouwen neer als zij zag, dat ik er naar keek. Andere malen mocht ik heur zoenen, en 'k kuste heure schoone oogen, die zij dicht hield van zalig genot; dan trilde zij en slaakte kleine kreten, of boog heur hoofd achterover en gaf er mij een stoot op den neus mee. En zij lachte als ik riep: Ai! en ik gaf haar dan kleine duwtjes, want tusschen ons was niets anders dan gestoei en gejoel.--Thijl, is er nog wijn in die bottel? --Ja, sprak Uilenspiegel. Lamme dronk en ging voort: --Andere reizen viel ze vol minne rond mijnen hals en zei: gij zijt schoon! En honderd maal kuste ze mij op de kaken of op 't voorhoofd, maar nooit op den mond. En als ik vroeg waarom, antwoordde zij blozend, dat moeder heur vroeger dikwijls gewaarschuwd had dat dit voor meidekens gevaarlijk is. Ha! zoete oogenblikken, zalige tijd!--Thijl, zie eens of gij soms een hammetje vindt in de weitasch? --Een half, antwoordde Uilenspiegel. Uilenspiegel gaf het hem en Lamme at het heel op. --Dat hammetje deed mij deugd, sprak Uilenspiegel, als Lamme gedaan had. --Mij ook, sprak deze. Maar nooit zal ik mijn liefste terugzien, zij is weggeloopen uit Damme. Rijdt gij mede om ze te zoeken? --Ik wil wel, antwoordde Uilenspiegel. --Maar, sprak Lamme, is er niets meer in de bottel? --Geen droppel, antwoordde Uilenspiegel. En zij stegen in de kar, getrokken door grauwtje, dat weemoedig balkte om het vertrek aan te kondigen. Maar de hond was--als hij goed zijne bekomst had--er stillekens van door gegaan.
PREV.   NEXT  
|<   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181  
182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   >>   >|  



Top keywords:

Uilenspiegel

 

antwoordde

 

waarom

 

schoone

 

Andere

 

hammetje

 
kleine
 
hetwelk
 

bottel

 

tusschen


blozend

 

gestoei

 

gejoel

 

dikwijls

 

vroeger

 

duwtjes

 

moeder

 

mijnen

 

anders

 
honderd

gewaarschuwd

 

schoon

 

reizen

 

voorhoofd

 

droppel

 

stegen

 

getrokken

 

zoeken

 
grauwtje
 

weemoedig


bekomst

 

stillekens

 

gegaan

 

balkte

 

vertrek

 
kondigen
 

weggeloopen

 

weitasch

 

zalige

 

meidekens


gevaarlijk

 
oogenblikken
 

liefste

 

terugzien

 

gedaan

 

vreugde

 
drinken
 

kijven

 

groote

 
wandelen