FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156  
157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>   >|  
nen, geen zoon is zoo wreedaardig dat hij zijne moeder kan zien lijden, zonder te bekennen om heur te verlossen. De baljuw sprak tot den scherprechter: --Zet de vrouw op den stoel en doe de stokskens aan heure handen en voeten. De beul gehoorzaamde. --Ho! doet dat niet, mijne heeren, riep Uilenspiegel. Bindt mij vast in heure plaats, breekt mijne vingeren en teenen, maar spaart heur! --De vischverkooper! riep Soetkin. Ik haat en 'k ben sterk. Uilenspiegel werd nog bleeker, beefde en zweeg. De stokskens, die van palmhout waren, werden tusschen de vingeren gestoken. Door middel van koordjes waren zij tot een zoo vernuftigen toestel gemaakt, dat de beul naar den wil van den rechter, al de vingeren kon pletteren, of den lijder maar een geringe pijn veroorzaken. Hij stak de stokskens tusschen de vingeren en teenen van Soetkin. --Trek aan, zei de baljuw. De hangman deed het wreedelijk. Toen sprak de baljuw tot Soetkin: --Zeg mij waar de karolussen liggen. --Ik weet het niet, antwoordde zij zuchtend. --Nijp harder, sprak hij. Uilenspiegel wilde zijne armen losrukken, die op zijnen rug waren gebonden, om Soetkin te hulpe te komen. --Doet niet prangen, heeren rechters, het zijn teere en broze vrouwenvingeren. Een vogeltje zou ze aan stukken pikken. Prangt niet; heer scherprechter, ik spreek geenszins tot u, want gij moet doen wat die heeren u heeten. Spant niet, hebt medelijden. --De vischverkooper! riep Soetkin. En Uilenspiegel zweeg. Doch, als hij zag dat de beul de stokskens harder deed spannen, riep hij opnieuw: --Erbarming, heeren! Daar breekt gij heure vingeren die zij noodig heeft om te werken. Laas! heure voeten, nu zal zij niet meer kunnen gaan! Erbarming, heeren! --Vischverkooper, gij zult een bangen dood sterven! riep Soetkin. En heure beenderen kraakten en 't bloed van heure voeten gutste ten gronde. Uilenspiegel zag het en sprak, bevend van smert en van gramschap: --Vrouwenbeenderen, breekt ze toch niet, heeren rechters. --De vischverkooper! zuchtte Soetkin. En heure stem was zacht als de stem van eene schim. --Heeren rechters, de handen en voeten zijn rood van 't bloed. Men heeft heure beenderen gekraakt. De chirurgijn-baardemaker raakte ze aan, en Soetkin stiet een kreet van smerte. --Beken in heure plaats, zei de baljuw tot Uilenspiegel. Maar Soetkin bezag hem met opengesperde oogen, als die van een doode. En hij begreep dat hij niet spreken m
PREV.   NEXT  
|<   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156  
157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>   >|  



Top keywords:
Soetkin
 

Uilenspiegel

 

heeren

 
vingeren
 
voeten
 
stokskens
 

baljuw

 

breekt

 

vischverkooper

 

rechters


tusschen
 
beenderen
 

teenen

 

plaats

 

Erbarming

 

scherprechter

 

handen

 

harder

 

medelijden

 

Prangt


kunnen
 

noodig

 

pikken

 
werken
 

stukken

 
spannen
 
opnieuw
 

heeten

 

spreek

 

geenszins


zuchtte

 

smerte

 
raakte
 
baardemaker
 

gekraakt

 
chirurgijn
 

begreep

 

spreken

 

opengesperde

 

Heeren


gutste

 

gronde

 
kraakten
 

sterven

 
bangen
 
bevend
 

gramschap

 

Vrouwenbeenderen

 
Vischverkooper
 

spaart