FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163  
164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   >>   >|  
is hij; lang haar; vurige liefde; koude knieen en koude armen! En Soetkin bezag haar treuriglijk, en dacht dat het een nieuwe uiting van waanzin was. Heure rede vervolgend, sprak Katelijne: --Driemaal drie is negen, een heilig getal. Hij alleen die 's nachts fonkelende oogen als katoogen heeft, ziet de geheimenis. Toen Soetkin heur op een avond zoo bezig hoorde, schudde zij vertwijfeld het hoofd. Doch Katelijne sprak: --Vier en drie, ongeluk onder Saturnus; onder Venus, een bruiloftgetal. Koude armen! Koude knieen! Een herte van vuur! Soetkin antwoordde: --Gij moogt van die leelijke heidensche afgoden niet spreken. Katelijne hoorde dit; zij sloeg een kruis en sprak: --Gezegend zij de grijze ruiter. Nele moet een man hebben, een schoonen man met een zweerd, een zwarten man met blinkend gelaat. --Ja, sprak Uilenspiegel, eene mannenstoverij, voor dewelke ik met mijn mes de saus zal maken. Nele bezag teederlijk heuren vriend, want zij was gelukkig omdat hij jaloersch was. --Ik wil dien niet, sprak zij. Katelijne antwoordde: --Wanneer komt hij, die in 't grijs gekleed, en altijd anders geleersd en gespoord is? Soetkin sprak: --Bidt God voor de uitzinnige. --Uilenspiegel, zei Katelijne, haal ons twee stoopen dobbele kuite, terwijl ik de heetekoeken bak. Soetkin vroeg waarom zij den Zaterdag vierde, naar de wijs van de Joden. Katelijne antwoordde: --Omdat het deeg gerezen is. Uilenspiegel stond met den grooten kroes van Engelsch tin in de hand, waarin juist twee stoopen gingen. --Moeder, vroeg hij, wat moet ik doen? --Ga, sprak Katelijne. Daar zij geene meesteresse in huis was, wilde Soetkin niet tegenspreken. Zij zegde tot Uilenspiegel:--Ga, mijn zoon. Uilenspiegel liep naar den Staak en kwam terug met twee stoopen dobbele kuite. Weldra verspreidde de geur der heetekoeken zich in de keuken, en allen hadden honger, tot zelfs Soetkin. Uilenspiegel liet het zich goed smaken. Katelijne had hem een grooten beker gegeven, zeggende dat, aangezien hij de eenige man, hoofd van het huis, was, hij meer moest drinken dan de anderen en vervolgens moest zingen. En zij lachte heimelijk, maar Uilenspiegel dronk, doch zong niet. Nele weende als zij Soetkin bleek en gansch ineengevallen zag zitten; alleen Katelijne was vroolijk. Na het avondmaal gingen Soetkin en Uilenspiegel naar boven op den zolder slapen; Katelijne en Nele bleven in de keuken, alwaar heure bedden nu st
PREV.   NEXT  
|<   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163  
164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   >>   >|  



Top keywords:

Katelijne

 

Soetkin

 

Uilenspiegel

 

antwoordde

 

stoopen

 

gingen

 
hoorde
 
keuken
 

knieen

 

grooten


heetekoeken

 

alleen

 

dobbele

 

tegenspreken

 

meesteresse

 

waarin

 

gerezen

 

Moeder

 

Engelsch

 
vierde

Zaterdag

 

waarom

 

gansch

 

ineengevallen

 

zitten

 

weende

 

heimelijk

 

vroolijk

 
bedden
 

alwaar


bleven

 

avondmaal

 

zolder

 

slapen

 

lachte

 
zingen
 

honger

 

smaken

 

hadden

 

Weldra


verspreidde

 
terwijl
 

drinken

 

anderen

 

vervolgens

 

eenige

 
gegeven
 

zeggende

 

aangezien

 
schudde