FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162  
163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   >>   >|  
laatsten snik zal geven, moet hij op zijne beurt dien dood, die smerten verduren, opdat hij leere hoeveel kwaad een onrechtveerdig man doen kan, die over millioenen gebiedt; hij verga in de gevangenissen, hij sterve op de brandstapels, zuchte in ballingschap, ver van het Vaderland; hij worde geschavotteerd, ontpoorterd, gegeeseld, gebrandmerkt; hij weze rijk, opdat de bedezetters hem alles ontnemen; de afgunstige klage hem aan en de verbeurdverklaring brenge hem ten onder. Gij zult van hem maken een ezel, opdat hij zachtzinnig, mishandeld en slecht gevoed weze; een arme, opdat hij bedele en beleedigingen erlange; een arbeider, opdat hij zich afbeule en niet genoegzaam te eten krijge; vervolgens, als hij als mensch naar ziel en lichaam alles geleden heeft, maakt gij van hem een hond, opdat hij braaf weze en slagen krijge; een slaaf, omdat hij aan den meestbiedende verkocht worde; een soldenier, opdat hij vechte voor anderen en zich late dooden zonder te weten waarom. En als hij na afloop van driehonderd jaar aldus alle smerten, alle ellenden geproefd heeft, zult gij er een vrijen man van maken. Is hij in dien staat goed, gelijk Klaas was, geef dan in een lachend, lommerig oord, onder een schoonen boom, de eeuwige ruste aan zijn gebeente, en zijne vrienden zullen aan zijn graf komen weenen en bloemen strooien ter zijner gedachtenis. --Genade, mijn zoon, zeide Maria, hij wist niet wat hij deed, want macht doet het herte versteenen. --Geene genade, sprak Christus. --Ach, zeide Zijne Majesteit, had ik slechts een glas wijn van Andalusie. --Kom, sprak Satan, 't is uit met wijn, met gebraad en gevogelte. En naar het diepste der helle bracht hij de ziele van den armen keizer, die nog van zijn stukje ansjovis at. Uit medelijden liet Satan hem begaan. Dan zag ik die Heilige Maagd, die Klaas naar het hoogste des hemelrijks leidde, daar waar de sterren met trossen aan 't gewelf hangen. En daar waschten de engelen hem, tot dat hij schoon en jong was. En zij gaven hem rijstpap met zilveren lepels. En de hemel sloot zich." --Hij is in den hemel, sprak de weduwe. --De assche klopt op mijn hert, zei Uilenspiegel. LXXX. Gedurende de volgende drie en twintig dagen, werd Katelijne bleek en mager, en dorde zij, alsof zij verteerd werd door een inwendig vuur. Zij riep niet meer: Het vuur! Maakt open! mijn ziel wil er uit! doch in vervoering sprak zij gedurig tot Nele: Bruid ben ik; bruid moet gij wezen. Schoon
PREV.   NEXT  
|<   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162  
163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   >>   >|  



Top keywords:

krijge

 

smerten

 

hoogste

 

begaan

 

ansjovis

 

stukje

 
Heilige
 
medelijden
 

gebraad

 

Christus


Majesteit

 

genade

 

versteenen

 

slechts

 

bracht

 

keizer

 

diepste

 

Andalusie

 

gevogelte

 
schoon

verteerd

 

inwendig

 

twintig

 

Katelijne

 

Schoon

 

gedurig

 

vervoering

 

volgende

 
engelen
 

waschten


hangen

 

leidde

 

sterren

 

trossen

 

gewelf

 
rijstpap
 

zilveren

 

Uilenspiegel

 

Gedurende

 

assche


lepels

 
weduwe
 

hemelrijks

 

brenge

 

zachtzinnig

 

verbeurdverklaring

 
gebrandmerkt
 

bedezetters

 

ontnemen

 
afgunstige