FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158  
159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   >>   >|  
de onder de vlamme. Uilenspiegel schreeuwde, en Soetkin sprak weenend: --Doe dat vuur weg. --Belijd, sprak de baljuw, en gij zult verlost zijn. Belijd voor hem, vrouwe. En Uilenspiegel sprak: --De vischverkooper verdient het eeuwige vuur! Soetkin schudde het hoofd tot teeken dat zij niets te zeggen had. Uilenspiegel knarste op zijne tanden, en weenend keek Soetkin met verwilderde oogen naar heuren zoon. Nochtans toen de beul de keersen uitgeblazen had en het gloeiend fornuis onder Uilenspiegels voeten plaatste riep zij uit: --Heeren rechters, hebt medelijden met hem, hij weet niet wat hij zegt. --En waarom niet? vroeg de baljuw listiglijk. --Ondervraagt heur niet, heeren rechters, sprak Uilenspiegel, gij ziet wel dat de smert heur waanzinnig maakt. De vischverkooper heeft gelogen. --Spreekt gij als hij, vrouw? vroeg de baljuw. Soetkin knikte van ja. --Verbrandt den vischverkooper! riep Uilenspiegel. Soetkin zweeg, hief den arm tot vermaledijding omhoog. Doch als zij het fornuis zag gloeien onder de voeten haars zoons, riep zij uit: --Heere God! Heilige Maria, die in de hemelen zijt, stelt toch een einde aan die marteling! Ontferming! Doe het vuur weg! --De vischverkooper! zuchtte Uilenspiegel nog. Hij spuwde bloed door den mond en de neusgaten, en hij bleef met gebogen hoofde, boven de gloeiende kolen hangen. Toen riep Soetkin: --Hij is dood! Zij hebben hem vermoord! Ha! hem ook! Rechters, doet het vuur weg! Laat mij hem in mijne armen nemen, om getweeen te sterven. Gij weet dat ik niet kan wegloopen, met mijn gebroken voeten. --Geef de weduw haren zoon, sprak de baljuw. Vervolgens gingen de rechters tot beraadslaging over. De hangman maakte Uilenspiegel los en legde hem naakt en met bloed overdekt op den schoot zijner moeder, terwijl de chirurgijn-baardemaker de beenderen weer in de gewrichten bracht. En Soetkin kuste Uilenspiegel, en weende en sprak: Mijn zoon, arme martelaar! Ik zal u genezen, zoo de heeren rechters het gedoogen; maar wordt toch wakker, Thijl, mijn zoon! Heeren rechters, als gij hem gedood hebt, zal ik tot Zijne Majesteit gaan; want gij hebt gehandeld tegen wet en recht, en gij zult zien wat een arme vrouwe tegen de boozen vermag. Maar, heeren rechters, laat ons in vrijheid. De hand Gods valt zwaar op ons neder, en wij zijn slechts getweeen op de wereld. Na beraadslaging, brachten de rechters de volgende sententie uit: "Omme dieswille da
PREV.   NEXT  
|<   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158  
159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   >>   >|  



Top keywords:
Uilenspiegel
 

Soetkin

 

rechters

 
vischverkooper
 
baljuw
 
heeren
 

voeten

 

beraadslaging

 

Heeren

 

fornuis


getweeen
 
Belijd
 

weenend

 

vrouwe

 

zijner

 

moeder

 

terwijl

 

schoot

 

overdekt

 

chirurgijn


baardemaker
 

weende

 

bracht

 
beenderen
 

gewrichten

 
maakte
 
hangman
 

gebroken

 

wegloopen

 

sterven


verlost

 

gingen

 
Vervolgens
 
vrijheid
 

vlamme

 
slechts
 

dieswille

 

sententie

 

volgende

 

wereld


brachten

 

vermag

 
boozen
 

wakker

 
gedoogen
 
Rechters
 

genezen

 

gedood

 
schreeuwde
 

gehandeld