FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145  
146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   >>   >|  
le sprak tot Uilenspiegel: --Laat heur, zij wil het; wij zullen de karolussen redden. En zij togen henen; Katelijne liep rond Soetkin en sprak: Maak open: mijne ziel wil er uit! En Soetkin, met strakke oogen, keek heur aan zonder heur te zien. De hutten van Klaas en van Katelijne paalden aaneen, die van Klaas stond wat achteruit en had een hofje van voren. Bij het huisje van Katelijne hoorde een boonenveld, dat op de straat uitgaf. Dat veld was afgesloten met een groene haag, waarin Uilenspiegel en Nele, toen ze jong waren, een gat gemaakt hadden, om bij malkander te komen. Uilenspiegel en Nele gingen in het boonenveld en van daar zagen zij den landsknecht welke, met waggelenden kop in de lucht spuwde, maar het speeksel viel terug op zijn wambuis. Een flesch lag nevens hem. --Nele, sprak Uilenspiegel stille, die dronken soldaat heeft niet genoeg gedronken, hij moet nog meer drinken. Eerst dan zullen wij hem meester zijn. Laat ons de flesch nemen. Bij den klank hunner stemmen, keerde de soldenier zijn zwaren kop naar hen toe; hij zocht zijne flesch en, die niet vindende, spuwde hij voort in de lucht om in den maneschijn zijn speeksel te zien vallen. --De brandewijn zit tot aan zijne tanden, sprak Uilenspiegel, ziet gij, Nele, hoe moeilijk hij spuwt? Als de soldenier opnieuw gespuwd en in de lucht gekeken had, stak hij de hand uit naar de flesch. Hij vond ze, zette ze aan zijn mond, stak zijn hoofd achteruit, klopte zachtjes op de flesch om er de laatste droppelen uit te halen en lokte er aan als een kind aan de borst zijner moeder. Er niets meer in vindende, smeet hij de flesch weg, vloekte toen in het Hoogduitsch, spuwde weer, liet den kop rechts en links vallen, knauwde een onverstaanbaar vaderons en sliep in. Uilenspiegel, die begreep dat die slaap niet van langen duur wezen zou, zegde dat zij hem nog zwaarder moesten doen ronken; hij kroop door de haag, nam de flesch van den dronkenlap, gaf ze aan Nele, die ze met brandewijn vulde. De soldaat snorkte door; Uilenspiegel kroop weder door het gat van de haag, stak de volle flesch tusschen de beenen van den dronkaard en keerde terug in het boonenveld, waar hij met Nele bleef wachten. De koelte van de versch gevulde flesch deed den soldaat de oogen openen, en onwillekeurig tastte hij naar het voorwerp, dat hem koude veroorzaakte. Zijn dronkaards-instinct zei hem, dat het wel eene volle flesch kon wezen, en hij greep ze vast. Uilenspiegel zag
PREV.   NEXT  
|<   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145  
146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   >>   >|  



Top keywords:
flesch
 

Uilenspiegel

 

Katelijne

 
spuwde
 
soldaat
 
boonenveld
 

brandewijn

 

soldenier

 

keerde

 

speeksel


vallen
 
vindende
 

achteruit

 

zullen

 

Soetkin

 

rechts

 

Hoogduitsch

 

vloekte

 

knauwde

 

begreep


onverstaanbaar
 

langen

 

vaderons

 
moeder
 

klopte

 
zachtjes
 
gekeken
 

laatste

 

droppelen

 

zijner


moesten

 

voorwerp

 
veroorzaakte
 
tastte
 

onwillekeurig

 
gevulde
 

openen

 

dronkaards

 

instinct

 

versch


koelte

 

dronkenlap

 
ronken
 

zwaarder

 
gespuwd
 
snorkte
 

wachten

 

dronkaard

 
beenen
 

tusschen