FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332  
333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   >>   >|  
aar borduurwerk gevestigd; terwijl echter haar kleursverandering en het zwoegen van haar boezem de onrust van haar gemoed verrieden. Ik wilde beginnen mijn hartsgeheim te ontdekken, maar wist niet hoe: mij dacht, ik kon toch niet zoo plompweg met de deur in huis vallen en in de plaats van: "'t is mooi weer," tegen haar zeggen: "ik bemin u." Ik vergat, dat tusschen twee gelieven, al spreekt men geen woord, het onderhoud zijn loop vervolgt, de geest dezelfde gedachtenreeks bij beiden doorloopt en langs dezelfde schakels voortgaat, zoodat indien beiden na een uur zwijgens den mond opendeden, men tien tegen een zou kunnen wedden, dat beiden hetzelfde woord zouden uitspreken; evenals twee gelijkgestemde harpen, die hetzelfde akkoord uitslaan. Eindelijk, toen de pauze een geruimen tijd had geduurd, en ik reeds bedacht begon te worden dat Suzanna terug zou komen eer ik nog een woord gesproken had, hervatte ik het gesprek daar, waar wij het gelaten hadden. "Wij spraken daar van ongelukken met rijtuigen en schepen.--Daar ligt al een zeer troostrijk denkbeeld voor mij in opgesloten." "Voor u? en hoe dat?" vroeg zij, zonder de oogen op te slaan, terwijl mijn onbeduidend gezegde haar een kleur als bloed aanjoeg. "Omdat," zeide ik, "ik geen rij- noch voertuig houd, en dus minder dan anderen in de gelegenheid ben om ongelukken daarmede te krijgen." Nu had die fraaie, zoogenaamde troostgrond, wel beschouwd, noch zin noch slot: want, ofschoon geen speeljacht hebbende, had ik niettemin den vorigen avond tot het getal der schipbreukelingen behoord; en ik reed dikwijls genoeg, zoo niet in mijn eigen, dan toch in eens anders rijtuig; maar het ging mij, zooals het zelfs verstandiger lieden bij dergelijke gelegenheden gaat, ik sprak, zonder dat het mij schelen konde, wat ik zeide, mits ik maar aanleiding vond om tot het punt te komen waar ik wezen wilde: en deed evenals de jager, die, het wild navolgende, er weinig om geeft, of hij een gebaand pad inslaat en veeltijds door heggen en struiken kruipt of over slooten en dammen springt om zijn doel te bereiken. Henriette nam dan ook de moeite niet, mijn argument tegen te spreken; maar deed er het zwijgen toe: zoodat ik mij genoodzaakt zag, op denzelfden toon voort te gaan. "En ik geloof niet, dat ik ooit een speeljacht of een rijtuig bezitten zal." Dezelfde stilte. "Ik geloof, dat men zeer gelukkig kan zijn zonder een van beide." Dezelfde stilte: maar haar lieve vingertjes b
PREV.   NEXT  
|<   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332  
333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   >>   >|  



Top keywords:
beiden
 

zonder

 
stilte
 

Dezelfde

 

dezelfde

 

zoodat

 
geloof
 

ongelukken

 
rijtuig
 
speeljacht

evenals

 

hetzelfde

 

terwijl

 

dergelijke

 

lieden

 
verstandiger
 

zooals

 

anders

 

zwoegen

 

schelen


aanleiding

 

gelegenheden

 
dikwijls
 

beschouwd

 
troostgrond
 

zoogenaamde

 
daarmede
 

krijgen

 

fraaie

 
ofschoon

onrust
 

schipbreukelingen

 

behoord

 

kleursverandering

 

boezem

 

hebbende

 

niettemin

 

vorigen

 

genoeg

 

navolgende


denzelfden

 

genoodzaakt

 

argument

 
spreken
 
zwijgen
 

gevestigd

 

vingertjes

 

gelukkig

 

bezitten

 
borduurwerk