FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351  
352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   >>   >|  
sche festijnen zijn, welke wij u kunnen verschaffen." "UEd. heeft te veel goedheid," zeide Reynhove: "zijt geassureerd dat ik er met het grootste plaisir van profiteeren zal, en mij feliciteer, van zoo wel in eene estimabele familie als deze geaccueilleerd te zijn." Na eenig verder onderhoud stond Reynhove op en nam afscheid. Toen hij vertrok, deed ik hem uitgeleide. Zoodra wij in de gang waren, nam hij mij bij de hand: "Ik had nog een verzoek aan u," zeide hij: "maar ik dorst er daarbinnen niet mede voor den dag komen: uw ouders zijn zulke deftige lieden: ik was bang, dat zij mij railleeren zouden. Ik zal u zeggen, wat het geval is. Ik beweerde gisteren tegen Blaek, dat ik met mijn Engelschman naar Haarlem en terug zoude rijden in zeven kwartier; hij pretendeert hetzelfde te kunnen doen met de harddravers, die hij van den Heer Van Baalen gekocht heeft: en daaruit is een pari ontstaan, wie onzer het eerst den weg heen en weder zoude afgelegd hebben. Wij moeten dit morgennamiddag beslissen: te vijf uren rijden wij af aan de _Tweehonderd Roe_. Hebt gij lust om het te komen zien en naderhand een glas wijn te blijven drinken?" "Ik dank u," antwoordde ik, "ik moet aan 't kantoor zijn. Er is een schip van ons, dat op zijn vertrek staat, en dat geeft mij veel drukten." "Het spijt mij," zeide hij: "nu, _au revoir_ dan." Hij vertrok en ik keerde in de huiskamer terug, bij mijzelven denkende dat Reynhove wel gedaan had, zijn voorstel niet te doen in tegenwoordigheid mijner ouders, bij wie een harddraverij contrabande was. Toen ik binnentrad was mijn moeder bezig, mijn vader in 't vriendelijke te beknorren, dat hij dien vreemden Heer, bij zijn eerste bezoek, zoo de les gelezen had. "Kom! kom!" zeide mijn vader: "ik zou het niet gedaan hebben, indien ik niet de overtuiging bezat, dat bij dien knaap een goede grond ligt en dat de kern beter is dan de schil. 't Is maar jammer, dat hij met dien Lodewijk Blaek omgaat." "En dat hij zooveel Fransche woorden bezigt," zeide mijn moeder. "Dat is Haagsche stijl," zeide ik: "en hij doet het niet erger dan anderen." "Hij zal nog veel te leeren hebben, eer hij de tale Kanaaens spreekt," zeide Tante Letje. "En gij Santje! Hoe denkt gij over onzen nieuwen kennis?" vroeg ik, bemerkende dat Suzanna, tegen haar gewoonte, stil was: "hoe bevalt hij u?" "O! ik vind hem zeer naar mijn zin," antwoordde zij: "gij weet, ik hou veel van kapellen, en duizendschoonen, en gouden torren
PREV.   NEXT  
|<   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351  
352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   >>   >|  



Top keywords:
hebben
 

Reynhove

 
moeder
 

ouders

 

vertrok

 

antwoordde

 
kunnen
 

gedaan

 
rijden
 
overtuiging

indien

 

binnentrad

 

drukten

 

revoir

 

mijzelven

 
vreemden
 

eerste

 

denkende

 

beknorren

 

mijner


tegenwoordigheid

 

voorstel

 
huiskamer
 

bezoek

 
gelezen
 

vriendelijke

 
keerde
 

contrabande

 

harddraverij

 
Suzanna

bemerkende
 

gewoonte

 

kennis

 

nieuwen

 

bevalt

 

kapellen

 

duizendschoonen

 

gouden

 

torren

 

Santje


Fransche

 

zooveel

 

woorden

 
bezigt
 
omgaat
 

Lodewijk

 

jammer

 

Haagsche

 

vertrek

 
Kanaaens