FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393  
394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   >>   >|  
mij te ontmoeten, na de les, die ik hem gisteravond gegeven heb." "Hoe! wat!--Zijt gij die Heer Van Beveren, met wien hij die affaire gehad heeft?... doch gij hebt gelijk; mijn huis is ongeschikt;... maar ga toch met mij: ik zal een veilige schuilplaats voor u uitdenken. Wij zullen dat in het rijtuig overleggen. Mijnheer Huyck zal wel zoo goed willen zijn, mij bij den Notaris te willen verontschuldigen, door hem te zeggen, dat ik geen tijd had ... of wat hij verkiest." "Wel! het zij zoo!" hernam Van Lintz: "Mijnheer Huyck! Ik zeg u nog geen vaarwel; want het schijnt, dat ons noodlot ons, 't zij wij willen of niet, telkens weder in aanraking wil brengen: en wij zullen elkander waarschijnlijk nog wel eens ontmoeten." "Nog slechts een raad neb ik u te geven," zeide ik: "haast u! want een uur verwijl kan u noodlottig zijn: en daarvan althans kan ik u de verzekering geven, dat het huis van Heynsz voor u tegenwoordig een onveilige schuilplaats is." "En UEd. belooft mij, van deze ontmoeting niet te zullen spreken," zeide Blaek, zich naar mij toewendende en mij de hand krampachtig drukkende, terwijl Van Lintz mij met een hoofdknik voor mijn raad bedankte. "Ik heb u reeds gezegd, dat ik geen verklikker ben," antwoordde ik met eenigen trots: "en ik herhaal u, wat ik eenmaal aan den Heer Van Lintz zeide, dat ik slechts dan zal spreken, wanneer mijn plicht het gebiedt." Ik weet niet of de Heer Blaek zich met deze belofte volkomen tevreden stelde; doch hij diende er wel genoegen mede te nemen: de beide Heeren vertrokken en ik zag hen een oogenblik daarna gezamenlijk wegrijden: waarheen, was mij onbewust. Weinige oogenblikken daarna kwam de Zaankanter de trappen weder af en werd ik bij den Notaris binnengelaten. Ik zal mijn geschrijf niet nutteloos vermeerderen met een verslag te geven van hetgeen ik met den Heer Bouvelt verhandelde: want hoe dikwijls zijn naam ook in den loop mijns verhaal genoemd is, en welken invloed hij onwetend en middellijk uitoefende op de gebeurtenissen, welke ik te boek stel, zijn deel daaraan was echter van een ondergeschikten of liever van een verwijderden aard, en hij was in zekere opzichten te vergelijken met den kaarsenmaker van den Schouwburg, die de verlichting bezorgt en zonder wien het spel niet vertoond, althans niet gezien zoude worden; maar die zelf nimmer ten tooneele treedt.--Voor hen echter, wier nieuwsgierigheid eenigszins door het voorafgaande geprikkeld en thans teleurgeste
PREV.   NEXT  
|<   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393  
394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   >>   >|  



Top keywords:

zullen

 

willen

 

daarna

 

Notaris

 

althans

 

echter

 

spreken

 

slechts

 

schuilplaats

 
ontmoeten

Mijnheer

 

hetgeen

 

Bouvelt

 

verslag

 
vermeerderen
 

geschrijf

 

nutteloos

 

verhandelde

 

welken

 

verhaal


binnengelaten

 

genoemd

 
dikwijls
 
Zaankanter
 

vertrokken

 

oogenblik

 

Heeren

 

genoegen

 

gezamenlijk

 

wegrijden


invloed

 
trappen
 

oogenblikken

 

Weinige

 

waarheen

 

onbewust

 

gebeurtenissen

 
worden
 

nimmer

 

gezien


zonder

 
vertoond
 
tooneele
 

treedt

 
geprikkeld
 

teleurgeste

 

voorafgaande

 
eenigszins
 

nieuwsgierigheid

 

bezorgt