FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429  
430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   >>   >|  
e wachten. "Zij beminnen elkaar ... zij zullen een paar worden," zeide de Heer Blaek: "gij zijt aan niets verbonden, zoo ik u bedrieg. Ik verzeker het u. Vernietig toch dat ... dat noodlottige stuk.--Het kon in vreemde handen komen ... geef het mij liever ... ik zal...." "Neen! dat niet, Jacobus Blaek!" zeide Van Lintz, met een spotachtigen lach: "als ik in veiligheid ben--en niet eer--zult gij het bekomen--en het zelf kunnen verbranden. Ik weet, waaraan ik de hulp, die gij mij bewijzen zult, dank moet weten--en ken mijn voordeel te goed om er afstand van te doen, nu het mij dienen kan." "Ach!" hernam Blaek: "gij zult er geen misbruik van maken: gij zult mij niet met schande ten grave doen dalen. Ik help u immers zooveel in mijn vermogen is ... ik heb zelfs meer gedaan dan ik u beloofd had: ik heb naar Den Haag geschreven ... al mijn invloed zal ik aanwenden om de vervolgingen te doen staken ... om onzer oude vriendschaps wille, maak mij niet ongelukkig." "Gij hebt mijn woord," zeide Van Lintz: "en dat moet u genoeg wezen: morgen zal ik u verwachten. Tracht nu ongemerkt van hier te komen en de plaats te bereiken, waar uw rijtuig u wacht. Ik zal Martha bellen om te hooren of de uittocht veilig is." Na het uiten dezer woorden verhief hij zijne stem om Martha te roepen: ik aarzelde een oogenblik; doch bedenkende, dat Van Lintz toch van haar zoude vernemen, dat ik er geweest was, besloot ik, zelf binnen te gaan, wenkte der oude vrouw, die bevende achter mij stond, toe, dat zij wel terug kon blijven, en opende de deur. "De Heer Huyck!" riepen beiden, de een op een toon van verwondering, de andere met een uitdrukking van schrik. "Vergeeft mij, Mijne Heeren!" zeide ik, glimlachende: "zoo ik uw bijeenkomst stoor. Maar ik ben hier door Mevrouw Van Bempden gezonden om eenige toebereidselen te maken voor het feest van morgen, en ik had ook in dit vertrekje iets te doen:--weinig dacht ik, dat het bewoond was." "Ik beken," zeide Van Lintz, "dat ik mijn tijd slecht gekozen heb." "Zoo de Heer Blaek," vervolgde ik, dezen aanziende, die vast beefde, "zich wenscht te verwijderen, zonder dat het opzien bare, zal ik hem gaarne een eindweegs vergezellen." "UEd. is al te goed. Mijnheer Huyck," zeide Blaek, stotterende: "ik neem uw vriendelijk aanbod dankbaar aan." "Ik hoop u nog te zien als gij terugkomt," zeide Van Lintz, mij met zijn doordringende oogen aanstarende. Ik boog en verliet het vertrek. De Heer Blaek vo
PREV.   NEXT  
|<   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429  
430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   >>   >|  



Top keywords:

Martha

 

morgen

 

riepen

 

beiden

 

doordringende

 

gaarne

 
blijven
 

opende

 
Heeren
 

terugkomt


glimlachende

 
Vergeeft
 
schrik
 
verwondering
 

andere

 
uitdrukking
 

aanstarende

 
vernemen
 

geweest

 

bedenkende


roepen
 

aarzelde

 

oogenblik

 

besloot

 

binnen

 

bevende

 

achter

 

vertrek

 
wenkte
 

verliet


bijeenkomst

 

slecht

 

gekozen

 

stotterende

 

aanbod

 

opzien

 

vriendelijk

 

vervolgde

 
eindweegs
 
wenscht

verwijderen
 

zonder

 
Mijnheer
 
aanziende
 

beefde

 
dankbaar
 

gezonden

 

eenige

 

toebereidselen

 
Bempden