tliet, dat ik je ooit weer in ons land aan boord zou komen: nu!
bergen en dalen ontmoeten mekaar niet; maar menschen wel. En waar heb je
al gezworven, zooals de ouwe vloo tegen de jonge zei?"
"Ja Schipper! dat zal ik u naderhand wel reis vertellen," antwoordde
Sander; "waar ik geweest ben, komt er minder op aan," vervolgde hij met
een zucht: "het zal eerder te bezien staan, waar ik heen moet: hoewel ik
verklaar, dat het mij in deze treurige oogenblikken vrij onverschillig
is."
"Ja!" zeide ik, hem terzijde trekkende: "gij moet op uwe hoede zijn. Die
Dokter is tevens Substituut van den Drost, en, voor zooveel uit 's mans
woorden te verstaan is, maak ik op, dat hij reeds berichten omtrent u
heeft, en dat dit eiland u geen veilige schuilplaats biedt."
"Ik wijk niet van hier, zoolang Klaartje in dezen toestand blijft,"
zeide Sander; "en wat dien meester Doedes aanbelangt, ik ben juist niet
erg voor hem beschroomd: ik weet nog wel een huismiddeltje, om hem de
oogen te doen dichtknijpen."
Dit zeggende opende hij de deur der herberg, waar wij binnentraden en
den Dokter reeds vertrokken vonden.--Ik verzocht Reynszen, zorg te
dragen voor een goede waakster om de zieke op te passen; waarop hij mij
verzekerde, dat zijn vrouw en dochter zich reeds bereid hadden
verklaard, die taak op zich te nemen, en dat overigens niets ontbreken
zou om haar toestand zooveel mogelijk te verzachten.
Niet ongenegen een weinig lucht te scheppen, sloeg ik aan Pulver een
wandeling voor, waarop wij onze zaken zouden kunnen bepraten. Wij
begaven ons, na van Sander afscheid genomen te hebben, het strand langs,
en ik vroeg hem, wat er al zoo geeischt werd en hoe wij best ons goed
terug zouden krijgen en geschillen of processen vermijden.
"Ja!" antwoordde hij: "wat zal ik veel zeggen? Wie in de schuit is, moet
meevaren: en het helpt niet of men tegen dat volkje hier met grof
geschut aan boord komt en hen bedreigt met de Commissarissen tot de
Pilotage of met Gecommitteerde Raden; want daar geven zij al zooveel om
als een walvischhaalder om een dooie schelvisch. Ze liggen hier buiten
schoots, weet je! en storen er zich niet aan, of zij brieven en bevelen
krijgen: hebben is hebben, denken zij: en wil je niet naar hun pijpen
dansen, dan leeren zij het je tot je schade: ik heb nog liever met
royale zeeroovers te doen dan met zulk slag van volk. Daar ligt nu de
Hyson en Souchong in het pakhuis: en ik heb niet later dan van morgen
een kattebelletje ontv
|