Lodewijk stond een oogenblik als verplet: zijn gelaat was doodsbleek,
zijn lippen blauw, en zijn oogen rolden hem wild door 't hoofd. Hij
vermande zich eindelijk, en, mij een woedenden blik toewerpende, zeide
hij: "het is aan u, dat ik dat alles verschuldigd ben. Maar ik zal het u
betaald zetten."
"Aan wie wilt gij mij overleveren?" vroeg ik, hem met verachting
aanziende.
"Vervloekt!" riep hij, stampvoetende: en zich met een heftige beweging
van den arm van Helding losrukkende, verliet hij de kamer en herberg.
Na zijn vertrek bleef ik insgelijks niet langer, dan noodig was om met
Helding en de vrouw des huizes de noodige schikkingen voor de begrafenis
te maken, en begaf mij toen naar het Raadhuis, waar de Schepensbank
reeds vergaderd en Heynsz met zijn gevangene heengetrokken was. Terwijl
men alhier beraadslaagde, kwam de bagage van Van Lintz van het vaartuig
terug: en kort daarna meldde zich iemand bij Heynsz aan, dien ik
terstond voor een der boden van mijn vader herkende.
"Gelukkig, dat ik u vinde, Sinjeur!" zeide hij, zich met Heynsz een
weinig ter zijde begevende: "UEd. kon nauwelijks Pampus uit zijn, toen
Z.-Ed.-Gestrenge, ten gevolge van berichten, uit Den Haag ontvangen, mij
gelastte u te gaan opzoeken. Hier is de brief."
Heynsz had dien nauwelijks gelezen, of hij riep mij terzijde: "dit
verandert de zaak merkelijk," zeide hij: "Z.-Ed. Gestr. gelast mij, zoo
ik in handen krijge den Heer Van Lintz, hem te houden in custodie tot
nader order, en alleen op te zenden de papieren, die bij hem gevonden
worden."
"Dat is een goed teeken voor den Heer Van Lintz," zeide ik: "het
bewijst, dat men het in Den Haag nog niet eens is, of men hem houden
wil."
Heynsz ging terstond den bekomen last aan Schepenen mededeelen, en hun
verzoeken, hem in het uitvoeren daarvan behulpzaam te zijn. Zij
bewilligden gereedelijk in den voorgestelden maatregel van bewaking,
waardoor hun voorgewend privilege vooralsnog ongeschonden bleef, en er
werd een tijdelijke verblijfplaats voor den Heer Van Lintz en zijn
dochter aangewezen: terwijl diens bagage onderzocht en zijn papieren, na
behoorlijk verzegeld te zijn, met een geleidenden brief van Heynsz aan
mijn vader, waar ik er zelf een bijvoegde, aan den bode ter hand werden
gesteld, die een paar uur later weder onder zeil ging.
Het eerste voornemen van den Drost was geweest, Van Lintz in de gewone
gevangenis van Terschelling te doen bewaren; maar Heynsz, de middelen
van voorzo
|