tje ontvangen: en wij waren bang of het ook
van den Heer Blaek ware en of er altemet ... in een woord--wij waren wel
bang, dat zij mekaar reis in 't vaarwater zouen zitten."
Ik voelde een koude rilling door mijn leden varen; want ik begreep welke
gevolgtrekking men uit deze verklaring trekken zoude.
"Hm! hm!" zeide Doedes, met een zegepralenden blik rondziende: "de zaak
opgehelderd--klaar als de dag--hm!"
Helding, die na Pulver optrad, verklaarde in substantie hetzelfde, en
voegde er tevens het een en ander bij, betreffende de redenen van veete,
welke Sander tegen Lodewijk Blaek kon voeden; en welke het niet
onwaarschijnlijk maakten, dat er tusschen deze beiden een gevecht had
plaats gehad. Zoowel hij als de Schipper werden ondervraagd of zij het
ten processe overgelegde mes herkenden, als mij behoord te hebben.
Beiden betuigden, het nooit te hebben gezien.
De laatste getuige, die gehoord werd, was schijnbaar in mijn voordeel.
Het was een visschersknaap, die deponeerde, dat hij den avend te voren,
van iemand, die naar zijn beschrijving volkomen met Sander overeenkwam,
een briefje had ontvangen, met verzoek het aan mij te overhandigen, voor
welke boodschap hij een stuiver genoten had.
"De Heeren zien dus," zeide ik, "dat deze depositie met mijn verhaal
overeenkomt, en dat ik naar het duin was gegaan om Sander Gerritsz te
zoeken. Hier is bovendien de brief, dien ik te zijnen behoeve aan
Kapitein Holmfeld geschreven had."
"Hm ja!" zeide Doedes: "afspraak met den gedecodeerde--den Heer Blaek
aan te vallen--aan Sander een brief--hem uit de voeten helpen na
perpetratie van het feit--slim overlegd--hm!"
"Als men aan al mijn daden een verkeerde uitlegging wil geven," zeide
ik, terwijl mij het bloed naar 't aangezicht steeg.
"Hm!" hernam Doedes, een boek, 't welk hij had medegebracht, opnemende
en aan Schepenen toonende: "gelijkstaande casus--Consultatien en
Advysen, Deel I, bladz. 650--depositie van den gekwetste--getuige bij
avonture reprochabel--de geculpeerde gezien met een mes in de hand--_quo
visi rixari et unus vulneratus_--concurreerende _indicia_--in alles
gelijkstaande--en dus: Gerechtigheid te contendeeren,"--hier rees hij
op, en zeide met meerdere stemverheffing, als iemand die ambtshalve een
eisch doet: "dat de gevangene zal worden getorqueerd ter discretie van
den Rechter ende alzoo tot scherper examen gebracht."
"Getorqueerd!" herhaalde ik, terwijl mij het bloote denkbeeld sidderen
deed: "gij wi
|