FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509  
510   511   512   513   514   515   516   517   518   >>  
tusschen twee gerechtsdienaars binnengebracht en vond de Schepensbank vergaderd, aan wier hoofd vriend Heynszen in volle achtbaarheid gezeten was: die mij nu gelastte een verhaal van mijn wedervaren te doen. Toen ik dit naar waarheid verricht had, werd Andries binnengeroepen. "Hebt gij iets op dezen getuige aan te merken?" werd mij gevraagd. "Zeer veel!" zeide ik: "hij is een erkende straatroover: en zoo men Heynsz laat roepen zal deze mijn gezegde bevestigen." "Wel mogelijk!" bromde Doedes, die, aan het einde der tafel gezeten, zich vast in de handen wreef van blijdschap over de belangrijke beschuldiging, die hij te vervolgen had:; Heynsz een bemoeial--geen bewijs tegen dien getuige--voortgaan!" "Wij zullen den geaccuseerde akte verleenen van zijn wraking," zeide Reynszen, met een deftigheid, die mij verbaasde: "en inmiddels voortgaan met den getuige te examineeren. Andries Matthijsen! wat hebt gij te deposeeren?" Andries gaf hierop een verhaal, hetwelk niet dan een aaneenschakeling van leugens behelsde: hij had, zeide hij, een pistoolschot gehoord en was daarop komen aangieren: bij het naderen had hij Sander op den grond zien liggen en mij bezig gevonden met den Heer Blaek te worstelen, welken laatste hij na een kort gevecht had zien vallen; waarop hij dadelijk hulp was gaan roepen. Ik maakte geen aanmerking op deze getuigenis; maar vergenoegde mij de schouders op te halen en bij mijn vroegere verklaring te volharden. Nu werd Pulver binnengeroepen en insgelijks ondervraagd. "Ja!" zeide hij: "ik weet van het geval niets anders te vertellen, als dat, toen ik er met Sinjeur Helding bijkwam, wij Sandertje achterover op den grond zagen liggen, alsof hij zonshoogte nemen wou, en den Heer Blaek, dwars over hem heen, terwijl de Patroon er bijstond, als iemand die geen raad weet. Maar dat hij part of deel aan het geval zou hebben, dat kan ik op al de wereld niet begrijpen." "Hm!" zeide Doedes: "uw opinie niet gevraagd--deposeeren--meer niet." "Maar," vroeg Reynszen aan Pulver: "hoe kwaamt gij daar aan het duin met uw makker?" "Wij waren uitgegaan om den Heer Huyck te zoeken, over wiens lang wegblijven wij ongerust begonnen te worden," antwoordde Pulver in zijn eenvoudigheid. "Er was dus reden, om ongerust te wezen? Gij hadt dus vermoedens, dat zijn afwezendheid met verkeerde oogmerken gepaard ging?" "Dat is te zeggen," antwoordde de goede Schipper, verlegen: "de Patroon had gisteren een kattebelle
PREV.   NEXT  
|<   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509  
510   511   512   513   514   515   516   517   518   >>  



Top keywords:

getuige

 

Andries

 
Pulver
 

Patroon

 

Reynszen

 

voortgaan

 

Heynsz

 

roepen

 

Doedes

 

deposeeren


liggen

 
gezeten
 
verhaal
 

binnengeroepen

 
gevraagd
 
antwoordde
 

ongerust

 

gepaard

 

zeggen

 

anders


vertellen

 

Sinjeur

 

verkeerde

 

zonshoogte

 

achterover

 

Sandertje

 

bijkwam

 

begonnen

 

Helding

 
eenvoudigheid

vroegere

 

verklaring

 
volharden
 

schouders

 

vergenoegde

 
aanmerking
 

getuigenis

 
vermoedens
 

ondervraagd

 
insgelijks

worden

 

kattebelle

 

opinie

 
maakte
 

wereld

 

begrijpen

 
kwaamt
 

Schipper

 

uitgegaan

 
verlegen