FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   511   512   513   514   515   516   517   518  
>>  
was radeloos en onwetend wat te doen. Ik stuurde naar uw vader. Hij kwam, uw moeder kwam, Mejuffrouw Suzanna kwam----in 't kort--het was een tooneel vol desolatie en drukte. Op de schrijftafel van den overledene lag een toegelakte brief aan zijn zoon: dien vermoeden wij, dat licht over het geval zoude verspreiden:--_enfin!_ hij moest kennis van het gebeurde dragen en ik zeilde dus naar dit eiland af met een driedubbele missie." "En...? Mejuffrouw Blaek...?" "Zooals ik u gezegd heb, zij is violent geschrikt--bedroefd.... _enfin_; zooals men bij dergelijke gevallen gesteld is.--Om kort te gaan: ik heb mij bij mijn komst alhier geadresseerd aan zekeren vent, die den naam van Doedes draagt, en een _quibus_ in _folio_ is, "Ik ken hem, tot mijn ongeluk," zeide ik. "Welnu! Ik ben begonnen met aan hem en aan Heynsz het bevel voor te lezen, om den Heer Van Lintz te libereeren:--vervolgens heb ik mij naar Lodewijk begeven, en hem, met permissie van dienzelfden Doedes, die mij zoowel een zotte Dokter als een zotte Drost toeschijnt, na behoorlijke preparatie, het overlijden van zijn Heer Papa gecommuniceerd. Hij was, 't is zonde dat ik het zeg, meer verbaasd dan bedroefd--enfin! hij scandaliseerde mij en ik ben maar spoedig van hem afgeloopen, na hem den brief te hebben gelaten, die, hoop ik, meer _impressie_ op hem zal maken. Toen heb ik aan dien Doedes gezegd, dat ik u moest zien en spreken, en de vent heeft, met al zijn wijsheid en waan, het niet durven weigeren aan iemand, die zulk een mooien rok aan had, die hem een bevel van H.H.M.M. bracht en die op zulk een hoogen toon tegen hem sprak.--En nu ben ik hier--en recht verdrietig, van u in zulk een gek parquet te zien; want ik hoor, dat het hier geen quaestie van een duel is, maar dat Lodewijk u van moord beschuldigt." "Hij liegt, Reynhove! bij al wat heilig is, hij liegt." "In dat geval is het een heel gemeene leugen, en hoop ik, dat hij tot inkeer zal komen.--Maar...." Op dit oogenblik werd ons gesprek gestoord door een groote drukte aan de deur, die met gedruisch openging; terwijl Reynszen, Pulver, Helding, Heynsz en de Stokbewaarder bijna allen gelijktijdig binnendrongen, en allen dooreen schreeuwden. * * * * * NEGEN-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK. HETWELK BEKENTENISSEN EN STERFBEDDEN AFSCHETST: ZEER MELANCHOLIEK OM TE LEZEN. "De Heer Blaek verlangt u te spreken," riep Reynszen mij toe. "Hij zal bakzeil inhalen!" schre
PREV.   NEXT  
|<   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   511   512   513   514   515   516   517   518  
>>  



Top keywords:

Doedes

 

Reynszen

 
Lodewijk
 

Heynsz

 

gezegd

 

bedroefd

 

drukte

 

Mejuffrouw

 

spreken

 

hoogen


quaestie

 
durven
 
bracht
 

beschuldigt

 
weigeren
 
verdrietig
 

iemand

 

wijsheid

 

mooien

 

parquet


gedruisch

 

HETWELK

 

BEKENTENISSEN

 

STERFBEDDEN

 

AFSCHETST

 

HOOFDSTUK

 

DERTIGSTE

 

binnendrongen

 

dooreen

 
schreeuwden

MELANCHOLIEK

 

bakzeil

 
inhalen
 

verlangt

 

gelijktijdig

 
oogenblik
 

inkeer

 
leugen
 

heilig

 
gemeene

gesprek

 

terwijl

 

Pulver

 
Helding
 

Stokbewaarder

 

openging

 
gestoord
 

groote

 

Reynhove

 
begeven