FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504  
505   506   507   508   509   510   511   512   513   514   515   516   517   518   >>  
rg en bewaking, die het eiland aan mocht bieden, weinig vertrouwende, had beter geoordeeld, den gevangene zijn woord als edelman af te nemen, dat hij niet ontsnappen zoude, en op deze belofte gerust, hem met zijn dochter logies bezorgd bij een der gegoedste ingezetenen, waar wij nu dien dag gezamenlijk het avondeten gebruikten. Op het nagerecht ontving ik een geschreven briefje van Sander, waarin deze mij verzocht, mijn belofte ten aanzien van den brief van aanbeveling aan Holmfeld gestand te doen, zeggende, mij den volgenden morgen te zeven uren bij de meest noordelijke lantaarn te zullen wachten. Ik verscheurde dit briefje terstond na de lezing en bleef eenige oogenblikken in gedachten.--"Ik hoop," zeide Van Lintz, "dat dit geen cartel van den Heer Blaek is?--Wacht u voor dien man; hij ware niet te goed om u zonder waarschuwing overhoop te schieten." "Neen," zeide ik: "dit briefje is niet van hem; maar echter vordert het van mij, dat ik mij iets vroeger van hier verwijdere, ten einde het antwoord gereed te maken." Dit gezegd hebbende rees ik op en verliet het vertrek. Aan de voordeur gekomen zag ik, dat Amelia mij volgde. "Doe geen moeite," zeide ik, "ik zal er wel uitkomen." "Mijnheer Huyck!" zeide zij, met een bevende stem: "Vergeef mij mijn vrijpostigheid; maar ik ben zoo gewoon geraakt, altijd het ergste te vreezen. Is dit briefje wezenlijk niet van den Heer Blaek?" "Ik ben gevoelig voor uwe belangstelling," zeide ik: "maar ik verzeker u, dat uw vrees zonder grond is:" en ik gaf haar in korte woorden te kennen, wat het geval was. "De Hemel zij gedankt!" hernam zij: "ik herinner mij dien Sander wel, en den noodlottigen naam van Pedro Negro, dien wij hem gaven, en dien hij naderhand, hoor ik, maar al te berucht heeft gemaakt. Er zat een goede aard in den man: en God geve, dat hij zijn vroegere verkeerdheden door een verbeterd levensgedrag uitwissche." Ik keerde naar de herberg en schreef den brief, dien ik Sander beloofd had, waarna ik mij ter rust begaf, met last dat men niet verzuimen zou mij te wekken. Den volgenden morgen was ik dan ook vroegtijdig op de been, en de aanbiedingen afslaande van Pulver en van Helding, die mij vergezellen wilden, begaf ik mij naar de bestemde plaats. Het was een fraaie morgen: de wind was naar het Zuiden omgeloopen, en deze gelegenheid werd te baat genomen, zoowel door enkele koppels vinken en bonte kraaien, die mij over 't hoofd vlogen, aankondigende dat het najaar
PREV.   NEXT  
|<   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504  
505   506   507   508   509   510   511   512   513   514   515   516   517   518   >>  



Top keywords:

briefje

 

Sander

 
morgen
 

zonder

 

volgenden

 

belofte

 

herinner

 

noodlottigen

 

berucht

 

vlogen


gemaakt

 
hernam
 
naderhand
 

wezenlijk

 
gevoelig
 
belangstelling
 

vreezen

 

ergste

 

najaar

 

gewoon


geraakt

 

altijd

 

verzeker

 

aankondigende

 

kennen

 

woorden

 

gedankt

 

vroegtijdig

 

aanbiedingen

 
afslaande

Pulver

 

koppels

 
wekken
 

enkele

 

zoowel

 
genomen
 

Helding

 
fraaie
 

gelegenheid

 
Zuiden

vergezellen

 

wilden

 

bestemde

 
plaats
 

vinken

 

verbeterd

 
verkeerdheden
 

levensgedrag

 

kraaien

 
vroegere