FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492  
493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   511   512   513   514   515   516   517   >>   >|  
ts aan te veranderen, daar Lodewijk het zelf zoo gewild had; doch de achtelooze, onverschillige wijze, waarop hij zijn keuze gedaan had, bleef ons, evenals die keuze zelve, onverklaarbaar. Droevig was echter de uitwerking, welke de afloop van den twist op Amelia deed. Schoon haar oog geen traan ontvloot, teekenden al haar gelaatstrekken hevige ontroering en bezorgdheid. "O God!" riep zij, de handen angstig wringende: "moet er om mijnentwil een tweegevecht plaats hebben?--Heb ik niet reeds genoeg uitgestaan, mijn Vader! en moet de laatste stap, dien gij op uw geboortegrond doet, met bloed geteekend worden?--Kunt gij dat niet beletten, Mijnheer Huyck?" Ik haalde de schouders op: en in waarheid, welk een afkeer ik van nature ook tegen die onmenschelijke en onchristelijke gewoonte koester, om elkander als wilde dieren naar het leven te staan, ik zag niet, hoe er in dit geval aan een vergelijk of verzoening kon gedacht worden: "al wat ik kan voorstellen," zeide ik, "is om zelf de plaats van uw Heer vader te nemen en den Heer Blaek, voor zijn lastertaal de straf te geven, die hij verdiend heeft." "Is het op die wijze, dat gij mijn zorg denkt te verminderen? en is deze de eenige troost, dien gij mij geven kunt?" zeide Amelia met een verwijtenden blik. "Wees vooralsnog niet voor uw lief bekommerd, Mejuffrouw!" zeide Lodewijk: "ik hoop later mij met den Heer Huyck te meten en hem zijn smadelijke woorden te doen opslikken:--eerst moet de zaak met uw vader afgedaan zijn." "Wees toch bedaard Amelia!" zeide Van Lintz, eenigszins ontevreden over den twijfel, welken zijn dochter over den uitslag van het tweegevecht scheen te voeden: de Heer Blaek verlangt een les: hij heeft die noodig: en ik ben bereid, hem die te geven: zou UEd. de goedheid willen hebben, Kapitein Holmfeld! van de sloep vaardig te doen maken. Ik vlei mij, dat wij niet lang zullen wegblijven." "Te drommel!" fluisterde Pulver mij in 't oor: "wie had dat kunnen vermoeden? Zou UEd. den Heer Lodewijk niet kunnen raden alsnog zeil te minderen? Hij mag groot en sterk zijn: maar tegen dien driedekker van een Don Manoel is hij niet opgewassen." "Het heeft zoo moeten zijn," zeide ik: "en het ligt er nu eenmaal toe; maar ik had wel gewenscht, dat die thee op den bodem van de zee lage en dat wij hier nooit aan boord waren gekomen; want de hemel weet, hoe men dit geval ten onzen nadeele zal uitleggen." Wij waren intusschen de kajuit uitgetreden: Holmfeld was zij
PREV.   NEXT  
|<   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492  
493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   511   512   513   514   515   516   517   >>   >|  



Top keywords:

Amelia

 

Lodewijk

 
worden
 

plaats

 

tweegevecht

 

hebben

 

kunnen

 

Holmfeld

 

Kapitein

 

bereid


goedheid

 
vaardig
 
willen
 

scheen

 
bedaard
 
eenigszins
 

afgedaan

 

woorden

 

opslikken

 

ontevreden


twijfel

 

verlangt

 

voeden

 

smadelijke

 

welken

 

dochter

 

uitslag

 

noodig

 

gekomen

 
eenmaal

gewenscht

 

uitleggen

 
intusschen
 

kajuit

 

uitgetreden

 
nadeele
 

vermoeden

 
Mejuffrouw
 

Pulver

 
wegblijven

zullen

 

drommel

 

fluisterde

 
alsnog
 

Manoel

 

opgewassen

 
moeten
 

driedekker

 

minderen

 
bezorgdheid